Voorbeschouwing Tour de France 2019 – Etappes Voorbeschouwing Tour de France 2019 – Etappes

21 etappes, 3460 kilometer, 1 winnaar van de 106e Tour de France! Van zaterdag 6 tot en met zondag 28 juli barst het wielerspektakel te Frankrijk weer in alle hevigheid los. Exact een week voor de start in Brussel neemt Cycling Story alle ritten met u door.

Oja, neem tijdens de Tour van 2019 deel aan het Cycling Story Koersspel! (klik op de link voor inschrijving)

Deze slideshow vereist JavaScript.

Etappe 1: Brussel – Brussel (194,5 km)
Het is 50 jaar geleden dat Eddy Merckx zijn eerste van vijf Tours op zijn naam schreef. Le Grand Départ in Brussel is dan ook een eerbetoon aan de grootste aller tijden. In de Belgische hoofdstad wordt er na 194 kilometer een massaspurt verwacht. De sprinters volop dromen van het geel.

Onze eigen Dylan Groenewegen is wellicht dé te kloppen man. In de personen van Elia Viviani, Peter Sagan, Michael Matthews, Caleb Ewan, Alexander Kristoff, Christophe Laporte, Sonny Colbrelli e.a. is de concurrentie niet mals op de licht oplopende aankomst (ca 4%). Bovendien zijn valpartijen een grote dreiging in deze chaos. Het is dus geen zekerheid dat we 30 jaar na Erik Breukink eindelijk weer het geel krijgen.

Etappe 2: Brussel-Brussel (27,6 km – ploegentijdrit)
De tweede dag in Brussel schotelt ons een ploegentijdrit voor. Het parcours is pittig, want de route herbergt vier venijnige stroken. Het is zaak om je ploegmaats niet de vernieling in te rijden op weg naar het Atomium. Vorig jaar zat de top-5 binnen elf seconden van elkaar. BMC was destijds de sterkste, maar de kanshebbers hoeven geen rekening te houden met opvolger CCC Team. Het zal gaan tussen specialisten Mitchelton-Scott, Quick Step-Floors, Team INEOS, Team Jumbo-Visma en Team Sunweb. Bora-Hansgrohe en EF Education First kunnen verrassend uit de hoek komen.

Etappe 3: Binche – Épernay (215 km)
Na twee dagen België trekt het peloton zuidwaarts de grens over. Épernay heeft in editie 106 de eer om de eerste aankomstplaats op Franse bodem te zijn. En Épernay mag zich verheugen op een knallende ontknoping. In de laatste 50 kilometer liggen er vijf colletjes op de route. Pittige kuitenbijters die voor opschudding zullen zorgen. Vlak voor de meet is de Côté de Nanteuil-la-Forêt (1,6 km à 6,8%) de kers op de taart.

Etappe 4: Reims – Nancy (215 km)
Bij Tourorganisator ASO rekent men voor 99 procent op een pelotonsprint. De Côté de Maron (3,2 km à 5%) met nog vijftien kilometer tot Nancy het enige addertje onder het gras. Maar dit zal de belangrijkste kanonnen niet verontrusten. Bereidt u zich voor op een koninklijke spurt.

Etappe 5: Saint-Dié-des-Voges – Colmar (175,5 km)
Op dag vijf trekken de karavaan door de Vogezen en de Elzas, dat betekent aardig klimmen geblazen. We zien dan ook cols van de tweede categorie in het routeboek opduiken. Het terrein doet ons en Tourbaas Christian Prudhomme rekening houden met een succesvolle vroege vlucht.

Etappe 6: Mulhouse – La Planche des Belles Filles (160,5 km)
La Planche des Belles Filles (7 km à 8,7%) ontpopt zich stilaan tot een gevestigde waarde in de Ronde van Frankrijk. Het wordt het vierde bezoek in acht uitgaves aan de steile klim. De winnaars: Chris Froome (2012), Vincenzo Nibali (2014) en Fabio Aru (2017). Aangezien er onderweg onder meer twee cols van de eerste categorie worden aangedaan, voegt waarschijnlijk weer een klassementsman van naam zich bij dit fraaie rijtje.

Etappe 7: Belfort – Chalon-sur-Saône (230 km)
De zevende etappe is dan weer voer voor de rappe mannen. Met een lengte van 231 kilometer wordt dit een lange zit voor de renners, maar ook voor ons tv-kijkende liefhebbers. Hopelijk maakt de krachtexplosie van Groenewegen en co. een hoop goed.

Etappe 8: Mâcon – Saint-Étienne (200 km)
Waar er vrijdag nog krachten konden worden gespaard, is dat zaterdag uitgesloten. De rit van Mâcon naar Saint-Étienne telt immers 3800 hoogtemeters. Avonturiers met klimmersbenen zullen deze etappe dan ook omcirkeld hebben. Grote kans dat de vluchters het onderling uit mogen vechten, waarbij de Côté de Jaillère (1,9 km à 7,9%) als beslissende factor kan fungeren.

Etappe 9: Saint-Étienne – Brioude (170,5 km)
Het is Quatorze Juillet, dus dat betekent dat de Fransen extra op scherp staan. Voor nationale hoop Romain Bardet is het helemaal een speciale dag, want etappe negen eindigt in zijn geboorteplaats Brioude. Mogelijk gaat AG2R-La Mondiale de koers controleren om Bardet te lanceren op de Côté de Saint-Just (3,6 km à 7,2%). Na de beklimming van de derde categorie is het nog 12,5 kilometer in vooral dalende lijn richting arrivée.

Etappe 10: Saint-Flour – Albi (217,5 km)
Ditmaal rijden we naar de geboortestand van Lilian Calmejane, dus reken maar dat hij meezit in de juiste ontsnapping. Om te winnen in ‘zijn’ Albi zal hij wel het jagende peloton moeten zien te verslaan in een kat-en-muisspel. Met het laatste obstakel op 55 kilometer van het einde zal dat nog lastig zat worden.

Etappe 11: Albi – Toulouse (167 km)
Na de rustdag in Albi wacht een voorspelbare rit naar Toulouse. De sprintersploegen zullen de kleine kopgroep weinig speelruimte geven om na 167 kilometer de gewenste uitkomst te krijgen. Mark Cavendish was in 2008 de laatste winnaar in Toulouse. Het was toendertijd pas zijn tweede triomf in de Tour. Er zouden er nog 26 volgen. Inmiddels is hij ruim voorbijgestreefd door Groenewegen en de jongere garde. Of kan hij op zijn 34e toch nog eens zijn klasse van weleer tonen?

Etappe 12: Toulouse – Bagnères-de-Bigorre (209,5 km)
We zijn aangekomen aan de voet van de Pyreneeën en via een vallei gaan we het Zuid-Franse gebergte in. Twee cols van de eerste categorie voeren de matadoren naar Bagnères-de-Bigorre. In 2013 reden Dan Martin en Jakob Fugslang op de Hourquette d’Ancizan weg uit de groep der favorieten, waarna Martin duidelijk sneller was in een sprint-à-deux. De Hourquette d’Ancizan is opnieuw de laatste scherprechter, maar in vergelijking met toen is de rit minder zwaar (2 om 4 cols van de 1e cat.).

Etappe 13: Pau – Pau (27,5 km – individuele tijdrit)
Pau was al tientallen keren gastheer van een start of finish in La Grande Boucle. Slechts eenmaal eerder betrof het een individuele tijdrit. In 1981 was Bernard Hinault de sterkteDoor het wegvallen van Tom Dumoulin is een nieuwe Nederlandse overwinning uitgesloten. Regerend wereldkampioen Rohan Dennis is nu de torenhoog favoriet. Op de pittige omloop van 27,2 kilometer kan de bedreiging komen van Geraint Thomas, Michal Kwiatkowski, Soren Kragh Andersen, Kasper Asgreen, Chad Haga en/of kersvers Belgisch kampioen Wout van Aert.

Etappe 14: Tarbes – Tourmalet Barèges (117,5 km)
Een bezoek aan de mythische Col du Tourmalet kan niet anders dan spektakel opleveren. Zeker als er slechts 117 kilometers op het menu staan. Dergelijke bergetappes doen wielerfans op het puntje van stoel zitten. Dat zal zaterdag 20 juli niet anders zijn. Een finish bovenop de Tourmalet is bovendien iets bijzonders, aangezien het slechts drie keer eerder (1974, 2002 en 2010) voorkwam. In 2010 zegevierde Andy Schleck in dichte mist nadat hij een heroïsch gevecht met Alberto Contador uitvocht. Boven de 2000 meter-grens gelden er ook andere wetten. Wie verteert de combinatie Soulor (11,9 km à 7,8%) – Tourmalet (19 km à 7,4%) het beste en wie zakt er door het ijs?

Etappe 15: Limoux – Foix Prat d’Albis (185 km)
Parcoursbouwer Thierry Gouvenou blijft speuren naar nieuwe terreinen. Gouvenou hoopt de Prat d’Albis (11,8 km à 6,9%) opnieuw een pareltje te introduceren in de Tour. In de aanloop doen de Col de Montségur (2e cat.), Port de Lers (1e cat.) en Mur de Péguère (1e cat.) het voorwerk. Twee jaar geleden triomfeerde Barguil met de bolletjestrui om de schouders in Foix. Hoewel de finish toen in het dorp lag, schuiven wij de Fransoos naar voren. In een rit met 4700 hoogtemeters moeten aanvallers van goeden huize komen om een gooi naar succes te doen.

Etappe 16: Nîmes – Nîmes (177 km)
In de derde week gaat de vermoeidheid een rol spelen. De krachten ebben langzaam weg. Knechten en sprinters komen met Parijs in zicht stilaan in overlevingsmodus. Dinsdag 23 juli zullen ze toch aan de bak moeten, om voor de voorlaatste keer te kunnen sprinten. Zit er nog genoeg energie in de tank om deze 177 kilometer lange etappe te controleren? En dan is er in de eindfase nog een helling van de laagste categorie, die in deze fase van de Tour al teveel van het goede kan zijn voor de zwaarder gebouwde coureurs. Kansen stijgen voor Ewan, Matthews en Sagan.

Etappe 17: Pont du Gard – Gap (200 km)
Net als Pau is Gap onlosmakelijk verbonden met de Tour. Op de kaart oogt dit geen zware rit, maar schijn bedriegt. Waar de start in Pont du Gard op 88 meter boven zeeniveau is, ligt de streep op 745 hoogte. Vanuit de start is het nooit een meter vlak. Op zoek naar een dagwinnaar is het uitkijken naar renners met een grote motor.

Etappe 18: Embrun – Valloire (208 km)
Ditmaal is het aan de Alpen om de beslissing te brengen. Het drieluik trapt veelbelovend af. Tussen Embrun en Valloire wordt driemaal de grens van de 2000 meter gepasseerd. Tel daarbij een afstand van 207 kilometer op en je weet dat het een ware slijtageslag is. Met name de Col d’Izoard (14,1 km km à 7,3%) en de Col du Galibier (23 km à 5,1%) boezemen angst in. Voor de klimmers die excelleren op grote hoogten is dit spek voor de bek. De Colombiaanse kanshebber Egan Bernal werd geboren op 2640 meter hoogte. Hier kan hij toeslaan. Goede daalkunsten zijn wel vereist om een ritzege na de Galibier niet meer uit handen te laten glippen.

Etappe 19: Saint-Jean-de-Maurienne – Tignes (126,5 km)
Hoewel de bergrit van donderdag boven de 200 kilometer gaat, heeft de Tour ook ingezien dat dergelijke extremen een uitzondering moeten zijn in het huidige wielrennen. Korte als deze zijn goed voor de sport. De voorlaatste beproeving biedt ons de Col de l’Iseran, met 2770 meter het dak van deze 106e Tour de France. Nadien wacht nog de Montéé de Tignes (7,4 km à 7%). Dat wordt smullen!

Etappe 20: Albertville > Val Thorens (130 km)
Alles of niets. Met alleen nog het verplicht nummertje richting Champs-Élysées voor de boeg, moet het hier gebeuren voor de belagers van de gele trui. Wij dromen van een onvergetelijk slotstuk. De ingrediënten zijn aanwezig. 130 kilometer, drie Alpencols en een aankomst op 2365 meter hoogte. Het is de derde finish boven 2000m binnen deze Tour, iets dat nimmer is voorgekomen. Dat zegt iets over de zwaarte van deze editie. Wie beseft in wintersportoord Val Thorens, na een col van 33(!) kilometer (5,5%), dat hij de Tour op zijn palmares gaat bijvoegen?

Etappe 21: Rambouillet – Parijs (128 km)
Na de traditionele tv-momenten, inclusief het klinken met champagne, volgt het criterium door de straten van Parijs. Het is afwachten welke sprinters er nog in koers zijn om favorieten aan te duiden. Wij hopen dat Groenewegen de lijdensweg in de Alpen heeft overleefd, zodat hij zijn stunt van 2017 nog eens dunnetjes over kan doen.