Vuelta a España 2018 – Vooruitblik
OverzichtenUitgelichtVuelta a España Laatst bijgewerkt 24 augustus 2018 11:13 Redactie
With over 80 years of tradition behind it, La Vuelta is a real piece of history in the cycling world. Het zijn weliswaar woorden van organisator Javier Guillén, maar de Ronde van Spanje is zeker één van de parels op de wielerkalender. De temperatuur kan er flink oplopen – niet alleen het kwik, maar ook zeker in de koers. De vele beklimmingen hebben in het verleden al voor een waar spektakel gezorgd en dat zal dit jaar niet anders zijn. Cycling Story blikt vooruit.
Chris Froome kroonde zich vorig jaar tot eindwinnaar en leverde daarmee een bewonderenswaardige prestatie. Anderhalve maand eerder zette hij namelijk ook de Tour de France al op zijn naam. De in Kenia geboren Brit zorgde op de slotdag voor nóg een opvallende dubbelslag; hij mengde zich namelijk in de massasprint en bleef dankzij een elfde plaats de huidige Europees kampioen Matteo Trentin voor in het puntenklassement met twee punten.
Vanzelfsprekend ging er ook veel aandacht uit naar Alberto Contador, die afscheid nam van de sport. Bij het binnenrijden van Madrid kreeg hij een prachtig onthaal van het publiek. De Spanjaard nam voor eigen volg even afstand van het peloton om tijdens een ereronde luid toegejuicht te worden en dat leverde prachtige beelden op.
De editie van vorig jaar gonsde echter nog lang na; in december, drie maanden na afloop van de Vuelta, werd namelijk bekend dat Froome positief had getest op een verboden middel. Na de achttiende etappe was een te hoge waarde van salbutamol aangetroffen. Maandenlang werd de zaak behandeld door de UCI en pas begin juli afgerond, vijf dagen voor de start van de Tour de France – Froome had inmiddels ook de Giro d’Italia al op zijn naam geschreven: de wielerunie liet weten geen stappen te ondernemen.
Winnaars Vuelta a España de voorbije jaren
2017: 🇬🇧 Chris Froome
2016: 🇨🇴 Nairo Quintana
2015: 🇮🇹 Fabio Aru
2014: 🇪🇸 Alberto Contador
2013: 🇺🇸 Chris Horner
2012: 🇪🇸 Alberto Contador
2011: 🇪🇸 Juan José Cobo
2010: 🇮🇹 Vincenzo Nibali
2009: 🇪🇸 Alejandro Valverde
2008: 🇪🇸 Alberto Contador
Routeschema
Start/finish | Afstand | ||
---|---|---|---|
1. | 25-aug | Málaga - Málaga (individuele tijdrit) | 8,0 km |
2. | 26-aug | Marbella - Caminito del Rey | 163,9 km |
3. | 27-aug | Mijas - Alhaurín de la Torre | 182,5 km |
4. | 28-aug | Vélez-Málaga - Alfacar. Sierra de la Alfaguara | 162,0 km |
5. | 29-aug | Granada - Roquetas de Mar | 188,0 km |
6. | 30-aug | Huércal-Overa - San Javier. Mar Menor | 153,0 km |
7. | 31-aug | Puerto Lumbreras - Pozo Alcón | 182,0 km |
8. | 1-sept | Linares - Almadén | 195,5 km |
9. | 2-sept | Talavera de la Reina - La Covatilla | 195 km |
3-sept | Rustdag | ||
10. | 4-sept | Salamanca. VIII Centenario Universidad de Salamanca - Fermoselle. Bermillo de Sayago | 172,5 km |
11. | 5-sept | Mombuey - Ribeira Sacra. Luintra | 208,8 km |
12. | 6-sept | Mondoñedo - Faro de Estaca de Bares. Mañón | 177,5 km |
13. | 7-sept | Candás. Carreño - Valle de Sabero. La Camperona | 175,5 km |
14. | 8-sept | Cistierna - Les Praeres. Nava | 167,0 km |
15. | 9-sept | Ribera de Arriba - Lagos de Covadonga | 185,5 km |
10-sept | Rustdag | ||
16. | 11-sept | Santillana del Mar - Torrelavega (individuele tijdrit) | 32,7 km |
17. | 12-sept | Getxo - Balcón de Bizkaia | 166,4 km |
18. | 13-sept | Ejea de los Caballeros - Lleida | 180,5 km |
19. | 14-sept | Lleida - Andorra. Naturlandia | 157,0 km |
20. | 15-sept | Andorra. Escaldes-Engordany - Coll de la Gallina. Santuario de Canolich | 105,8 km |
21. | 16-sept | Alcorcón - Madrid | 112,3 km |
Etappes
De 73e editie van de Vuelta a España begint dit jaar in Málaga met een individuele tijdrit van acht kilometer. De eerste week speelt zich voornamelijk af in de regio Andalusië, waarna nog voor de eerste rustdag ook de regio’s Murcia en het noordelijker gelegen Castilië-La Mancha en Castilië en León aangedaan worden. Naast de tijdrijders hebben dan ook de sprinters en de klimmers hun kansen al gekregen. Het noordwesten van Spanje is het decor van de tweede Vuelta-week als er in Galicië en Asturië flink geklommen moet worden. Na de tweede rustdag wacht de lange tijdrit en koersen de renners vervolgens via Baskenland en Catalonië naar Andorra, waar hen een korte maar stevige bergrit wacht. De finale is tot slot in Madrid.
1. 25-aug | Málaga – Málaga (individuele tijdrit) (8,0 km)
Voor het eerst sinds negen jaar trapt de Vuelta af met een individuele tijdrit; de laatste keer was in 2009 in Assen. Daarna begon de Spaanse rittenkoers telkens met een ploegentijdrit. Het decor La Gran Salida is dit keer Málaga, dat voor de dertigste keer etappeplaats is in de Vuelta. De Belg Gustaaf Deloor was in 1936 er de eerste ritwinnaar. De laatste twee keer gingen Philippe Gilbert (2010) en Peter Sagan (2015) met de etappezege aan de haal.
De start en finish van de tijdrit over acht kilometer zijn in Málaga, maar de renners krijgen vrijwel geen moeilijkheden voorgeschoteld. De weg loopt na vijf kilometer iets omhoog, maar dat zal de renners niet in noemenswaardige problemen brengen. De verwachting is dan ook dat de verschillen minimaal zijn. De renner met de snelste tijd krijgt vanzelfsprekend de eerste rode leiderstrui omgehangen. Wie wordt de eerste aanvoerder van het algemeen klassement?
2. 26-aug | Marbella – Caminito del Rey (163,5 km)
Marbella is pas voor de tiende keer etappeplaats in de Vuelta; voor de eerste keer in 1974 toen de vierde etappe er startte. Een jaar later werd er voor het eerst gefinisht en drukte de Belg Wilfried Wesemael als eerste zijn wiel over de streep. En in 2015 zorgde BMC voor het meest recente succes in de ploegentijdrit. Caminito del Rey was destijds een dag later aankomstplaats en was Johan Esteban Chaves er de beste – voor onze eigen Tom Dumoulin.
Vanuit Marbella is het meteen klimmen geblazen en worden na zeven kilometer op de Puerto de Ojén de eerste bergpunten verdeeld. In het binnenland van de provincie Málaga blijft het op en af gaan, als na 91,1 kilometer de slotklim Alto de Guadalhorce (7,1 km aan 2,8%) en de aankomst in Caminito del Rey voor de eerste keer worden gepasseerd. Na 119,8 kilometer zijn er opnieuw bergpunten te verdienen op de Alto de Ardales. Het venijn van de etappe zit echter pas in de staart als de Alto de Guadalhorce opnieuw bedwongen moet worden. Het steile klimmetje waar Chaves Dumoulin versloeg in 2015, laten de renners ditmaal links liggen.
3. 27-aug | Mijas – Alhaurín de la Torre (178,2 km)
Mijas is voor de tweede maal startplaats; in 2015 werd hier namelijk ook al eens het vertreksein gegeven voor de derde etappe naar Málaga, waar Peter Sagan destijds de beste was. Ditmaal wordt er gefinisht in Alhaurín de la Torre – een nieuwkomer in het routeboek van de Ronde van Spanje, één van de negentien nieuwe namen dit jaar.
De eerste twintig kilometer van de etappe zijn nagenoeg vlak, maar dan loopt de weg ineens stevig omhoog. De Puerto del Madroño (20,1 km aan 4,9%) is de eerste klim van de eerste categorie deze Vuelta en de renners rijden er na 45,6 kilometer naar 1065 meter hoogte. Daarna blijft het profiel golvend en doen de renners na 85 kilometer de Puerto del Viento nog aan, maar het is gedaan met de gecategoriseerde beklimmingen. Het is de eerste mogelijkheid voor de sprinters om zich te laten gelden.
4. 28-aug | Vélez-Málaga – Sierra de la Alfaguara (161,4 km)
Zoals eerder gezegd blijven we deze eerste week nog even in de regio Andalusië in Zuid-Spanje. Voor zowel startplaats Vélez-Málaga als de aankomst op Sierra de la Alfaguara bij Alfacar geldt dat dit hun vuurdoop is als etappeplaats in de Vuelta a España; nooit eerder stopte de Spaanse rittenkoers in beide steden voor een start of een aankomst. Als de aankomst op Sierra de la Alfaguara bevalt, zal dit zeker niet de laatste keer zijn dat de parcoursbouwers opnemen in de route.
De eerste 44 kilometer van deze vierde rit zijn goed te doen, maar het vervolg zal voor flink wat problemen zorgen bij een aantal renners. De top van de Puerto de la Cabra (15,7 km aan 5,9%) na 78,2 kilometer ligt namelijk op 1060 meter hoogte. Met deze stevige puist van de eerste categorie is het klimwerk echter nog niet voorbij, want net als twee dagen geleden ligt de aankomst bergop (Puerto de Alfacar – 12,4 km aan 5,4%). Vermoedelijk zijn de verschillen vandaag groter dan in Caminito del Rey.
5. 29-aug | Granada – Roquetas de Mar (188,7 km)
De geschiedenis van Granada in de Vuelta gaat terug tot de beginjaren van de Spaanse rittenkoers. De Oostenrijker Max Bulla was er voor het eerst de beste; in de jaren die volgden was de plaats bijna veertig keer opgenomen in het routeboek als start- of finishplaats. De laatste winnaar hier was de Liquigas-ploeg, die er in 2008 de ploegentijdrit won. In Roquetas de Mar was één keer eerder de aankomstlijn getrokken en niet de eerste de beste renner won er; Mario Cipollini.
Vanuit de start in het op 700 meter hoogte gelegen Granada, blijven de renners nog even hoog boven zeeniveau. Het profiel is geaccidenteerd en na 55 kilometer krijgen de renners de eerste beklimming voor de kiezen, de Alto de Órgiva. De tweede gecategoriseerde beklimming ligt pas in de laatste veertig kilometer. De Alto El Marchal heeft de tweede categorie meegekregen en zal voor de nodige problemen zorgen, zoals bij de sprinters. Vermoedelijk breekt het peloton hier en strijd een omvangrijke groep in de laatste tien vlakke kilometer naar Roquetas de Mar om het dagsucces.
6. 30-aug | Huércal-Overa – San Javier (155,7 km)
Net als in de vierde etappe, zijn ook de start- en finishplaats van deze rit nieuwkomers in de Vuelta a España. Huércal-Overa ligt nog in Andalusië, maar als de renners in San Javier aankomen bij het kustmeer Mar Menor zijn we aangekomen in Murcia.
Vermoedelijk wordt de eerste winnaar in San Javier een sprinter, want op papier lijkt het profiel de renners geen problemen op te gaan leveren. Na de start in Huércal-Overa zijn de enige twee beklimmingen netjes over het parcours verdeeld; de Alto del Garrobillo na één derde van de koers en de Alto Cuesta del Cedacero na ongeveer twee derde. De wind kan nogal eens stevig opstreken in San Javier, maar dit is in augustus wellicht geen probleem. De temperatuur wordt mogelijk de grootste tegenstander.
7. 31-aug | Puerto Lumbreras – Pozo Alcón (185,7 km)
Aan Puerto Lumbreras kleeft een Nederlands tintje, want toen de Vuelta hier in 1979 stopte voor de vierde en vijfde etappe stond Joop Zoetemelk aan de leiding van het klassement. Onze landgenoot zou tweeënhalve week later zijn enige eindzege opstrijken in de Spaanse ronde. Puerto Lumbreras was in 2007 voor het laatst startplaats in de Vuelta. Pozo Alcón heeft nog een onbeschreven blad in de rittenkoers.
Met deze rit naar Pozo Alcón heeft de Vuelta de kust achter zich gelaten. In een diagonaal wordt de komende dagen gekoerst van het zuidoostelijke naar het noordwestelijke deel van Spanje, boven Portugal. Er staan vandaag geen lastige beklimmingen op het programma, maar de locaties ervan zijn listig gekozen. Vanaf de Alto Collado de Laude is het nog 68 kilometer over glooiende wegen naar de finish, maar vanaf de Alto de Ceal slechts twaalf. Dit lijkt een ideale springplank voor een late aanval.
8. 1-sept | Linares – Almadén (195,1 km)
Linares is voor de derde keer startplaats in de Vuelta, nadat het begin jaren negentig ook al twee keer de ronde verwelkomde; beide keren lag de aankomst in Albacete. De Duitser Uwe Raap was in 1991 de beste, een jaar later greep Djamolidine Abdoujaparov de zege. Dit jaar ligt de aankomst niet in Albacete, maar in Almadén – in de provincie Castilië-La Mancha. Nooit eerder kwam de Ronde van Spanje hier aan.
Opnieuw kent de Vuelta-rit weinig moeilijkheden; met 195 kilometer is dit één van de langere etappes dit jaar. Pas na 65 kilometer loopt de weg voor het eerst serieus omhoog, maar de Alto des Españares moet de renners niet in de problemen brengen. De organisatie heeft deze rit gemerkt als sprintetappe, maar vermoedelijk komen de sterkere sprinters hier bovendrijven. De laatste kilometers zijn namelijk oplopend.
9. 2-sept | Talavera de la Reina – La Covatilla (200,8 km)
De rit van vandaag wordt niet ver bij hoofdstad Madrid vandaan verreden; startplaats Tavalera de la Reina ligt namelijk op ‘slechts’ anderhalf uur rijden. Het duurt echter nog twee weken voordat de renners de hoofdstad binnentreden. Tavalera de la Reina is voor de elfde keer etappeplaats in de Vuelta; sinds 2007 liefst zes keer. Daniele Bennati (2007) won hier, maar ook Anthony Roux (2009) en Marcel Kittel (2011). In 2011 werd voor het laatst gekoerst op de flanken van La Covatilla – Daniel Martin versloeg er Bauke Mollema en Juan José Cobo in een sprint met vijf.
Vuelta gaat met een klapper de rustdag in. In de eerste honderd kilometer is er al drie keer stevig geklommen. De top van de Puerto del Pico (15,3 km aan 5,5%) van eerste categorie ligt al na 49 kilometer, waarna de Alto de Gredos en de Puerto de Peña Negra spoedig volgen. De renners hebben dan even de tijd om op adem te komen tot het sluitstuk van de etappe, de beklimming van La Covatilla (9,8 km aan 7,1%) van buitencategorie. Op 1960 meter hoogte ligt er de finish. De klimmers zullen hier de tijdrijders een stevige tik willen uitdelen.
3-sept | Rustdag
10. 4-sept | Salamanca – Bermillo de Sayago (177 km)
Na de eerste rustdag gaat de koers verder in Salamanca, dat een rijke historie heeft in de wielersport. De Vuelta stopte hier vaak en onder anderen Tony Martin, Mark Cavendish en onze landgenoot Jean Paul van Poppel wonnen er een rit. Ook het kampioenschap van Spanje en de Ronde van Castilië en Léon kwam er op bezoek. Zo gevuld als de wielerhistorie van Salamanca is, zo onbeschreven is de geschieden is van het kleine plaatsje Bermillo de Sayago. Wie wordt er de eerste winnaar?
De rit over 177 kilometer is vrijwel vlak. De start is ter ere van het achthonderdjarig bestaan bij de Universiteit van Salamanca, die in 1218 werd gesticht door koning Alfons IX van León. De universiteit geldt als de oudste van Spanje en één van de oudste van Europa. Daarna wordt in noordwestelijke richting gekoerst naar Fermoselle, waar de enige klim van de dag opdoemt. Daarna gaat het over vlakke wegen naar finishplaats Bermillo de Sayago.
11. 5-sept | Mombuey – Luintra (207,8 km)
Dicht bij de grens met Noord-Portugal wordt de elfde etappe afgewerkt. De start is in het kleine plaatsje Mombuey dat nog geen 500 inwoners telt. Daarna verlaat de Vuelta de regio Castilië en León waar het drie dagen verbleef en koersen de renners naar Galicië. Daar is de aankomstlijn getrokken in Luintra, dat één keer eerder startplaats was in de Vuelta. Simon Yates won er in 2016 de zesde rit na een bloedstollende slotfase.
De elfde etappe is met 207,8 kilometer de langste van deze Vuelta en de parcoursbouwers hebben een heuvelachtig parcours voorzien. De eerste 25 kilometer verlopen nog rustig, maar de Puerto del Padornelo is het startsein van een profiel dat nooit meer vlak wordt. Het gaat de hele dag op en af en ook de wind kan hier wel eens een rol gaan spelen. Waarschijnlijk blijft een groep vluchters vooruit en komt daaruit de winnaar voort. De finish is dezelfde als in 2016. Wordt het hier opnieuw spannend?
12. 6-sept | Mondoñedo – Faro de Estaca de Bares (181,1 km)
Mondoñedo en Mañón zijn nog niet eerder start- en finishplaats geweest in de Vuelta a España. De aankomst is vandaag op het meest noordelijke punt van Spanje en het Iberisch schiereiland, namelijk in Estaca de Bares – niet ver bij A Coruña vandaan. Rotsen en de woeste zee kenmerken het gebied, dat bovendien één van de plaatsen is in Europa waar er het vaakst regent. De vuurtoren – faro – van Estaca de Bares staat er al sinds 1850 en doet nog altijd dienst.
De twaalfde etappe over 181,1 kilometer van Mondoñedo naar Mañón is op papier een rit voor de sprinters, maar ze mogen zich dan niet laten verrassen. De renners zitten net vier kilometer op de fiets als de eerste van twee beklimmingen begint. De Alto de Cadeira zal het peloton geen moeilijkheden opleveren, maar een groep vluchters zal hier graag zijn slag slaan. Daarna volgt de koers lange tijd de kustlijn van de Golf van Biskaje. Na 123 kilometer moet er opnieuw geklommen worden, maar de Alto de San Pedro is eveneens niet van de zwaarste orde. De finish is voor de vuurtoren van Estaca de Bares.
13. 7-sept | Candás. Carreño – La Camperona (174,8 km)
Candás is nieuw als etappeplaats in de Vuelta a España, maar dat kan sinds vier jaar niet meer worden gezegd van La Camperona. Ryder Hesjedal kwam hier in 2014 als eerste over de streep en in 2016 viel Sergey Lagutin die eer te beurt. En weer twee jaar later hebben de parcoursbouwers de 1600 meter hoge bergpas dicht bij Sabero opnieuw opgenomen in de route.
Waar het gisteren niet zwaar was en er werd gefinisht voor de pittoreske vuurtoren van Estaca de Bares, wacht de renners vandaag een pittige rit met aankomst bergop. Het is de eerste van drie bergritten door Asturië en León. Vanuit Candás, dat hoort bij Carreño, fietst het peloton naar het nabijgelegen Gijón, waar wordt afgedraaid van de kust en richting het binnenland wordt gekoerst. Daar wacht de renners na 105 kilometer de Puerto de Tarna (13 km aan 5,8%). De aankomst is zeventig kilometer verder op La Camperona (8,3 km aan 7,5%).
14. 8-sept | Cistierna – Les Praeres (171 km)
Cistierna was ook in 2016 startplaats in de Vuelta in de negende rit naar Alto Naranco, die door David De la Cruz werd gewonnen. De finish op Les Praeres bij Nava is nieuw. De wegen vormden eigenlijk een oud schapenpad dat door de herders in de buurt werd gebruikt. Gelukkig voor de renners is het smalle pad onlangs opnieuw geasfalteerd, maar de stijgingspercentages zijn intact gebleven…
In deze bergetappe moet er opnieuw flink worden geklommen. Vanuit de start in Cistierna zijn de eerste tachtig kilometer niet lastig met slechts één beklimming van de derde categorie na 54,5 kilometer, maar daarna wacht de renners een pittige tweede helft van deze veertiende rit. De Alto de la Colladona (5,3 km aan 8,1%) na 87 kilometer en de Alto de la Mozqueta (6,5 km aan 8,7%) na 122 kilometer zijn de eerste van drie beklimmingen van de eerste categorie. Op de derde, de Alto Les Praeres (4 km aan 12,5%) met stijgingspercentages tot 15%, ligt de aankomstlijn getrokken.
15. 9-sept | Ribera de Arriba – Lagos de Covadonga (178,2 km)
Ribera de Arriba verwelkomde de Vuelta niet eerder als etappeplaats, maar de erelijst van Lagos de Covadonga is dan wél weer goedgevuld. Marino Lejarreta kwam hier in 1983 als eerste boven en zou in de jaren erna hoogstens vier jaar ontbreken in de routeboeken van de Spaanse ronde. Pedro Delgado en Luis Herrera kwamen hier tweemaal als eerste over de finish, maar ook bijvoorbeeld Robert Millar en Laurent Jalabert wonnen hier. Nairo Quintana is de recentste winnaar (2016).
In de laatste van drie bergritten door Asturië en León krijgen de renners misschien wel de zwaarste etappe van de Vuelta a España 2018 voorgeschoteld. Net als gisteren ligt er maar één beklimming van de derde categorie in de eerste tachtig kilometer, maar het gaat dan al op en af. De Mirador del Fito (7,1 km aan 7,7%) is na 101 kilometer de eerste serieuze klim. Na de afzink rijden de renners niet d00r richting de finish bij de Lagos de Covadonga, maar ronden zijn na een lus nogmaals deze berg. Na de tweede passage wordt dan alsnog koers gezet naar één van de meest iconische aankomstplaatsen (11,7 km aan 7,2%) uit de wielersport.
10-sept | Rustdag
16. 11-sept | Santillana del Mar – Torrelavega (individuele tijdrit) (32 km)
Santillana del Mar wordt ook wel gekscherend de Plaats van de Drie Leugens genoemd; hoewel de naam anders lijkt te impliceren is het geen heilige plaats (Santo), is het er niet vlak (Ilano) en ligt het ook niet aan zee (Mar). De naam is echter afgeleid van de heilige Juliana. De Franse filosoof Jean-Paul Sartre noemde het dorp in zijn werk La Nausée, waarin wordt beweerd dat Santillana del Mar het mooiste dorp van Spanje is. Sinds dit jaar staat de plaats ook in de geschiedenisboeken van de Vuelta, want de ronde startte hier nog nooit. Torrelavega is dan wél weer een doorgewinterde naam; onder anderen Eddy Merckx en onze landgenoot Gerard Vianen wonnen hier al eens.
De tijdrit in Cantabrië over 32 kilometer is er één voor specialisten. Het parcours kent weinig hoogteverschillen en veel lange, rechte stukken. Vanuit de start in Santillana del Mar rijden de renners in westelijke richting naar Cóbreces, waar zijn afzakken naar het zuidoosten. Vanaf Golbardo gaat het in oostelijke richting naar de aankomst in Torrelavega. Klassementsrenners met een goede tijdrit in de benen zullen het niet nalaten een gevoelige tik uit te delen aan de concurrentie.
17. 12-sept | Getxo – Balcón de Bizkaia (157 km)
De Vuelta gaat vandaag verder in Spaans Baskenland; de startlijn is getrokken in Getxo, de geboorteplaats van voormalig wielerprof Iñigo Landaluze en Jonathan Castroviejo – de tijdritspecialist van Sky. Euskal Herria en de wielersport zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; denk alleen al aan de rood-groen-witte vlag – de Ikurriña – die in de Pyreneeënritten van de Tour de France talrijk aanwezig is. Maar ook aan koersen als de Ronde van het Baskenland en de Clásica San Sebastián. Ook bijvoorbeeld Joseba Beloki en Iban Mayo kwamen hiervandaan. Zowel Getxo als de aankomst op Mount Oiz – ook wel Balcón de Bizkaia genoemd om het geweldige uitzicht over de provincie Biskaje – zijn nieuw als etappeplaatsen in de Ronde van Spanje.
De Vuelta a España gaat verder in Spaans Baskenland. Vanuit Getxo rijden de renners naar Bilbao, waarna zij via een korte lus eigenlijk weer terugrijden richting de startplaats. Tijdens die lus ronden zij de Alto de la Arboleda van de derde categorie, voordat zij opnieuw Bilbao bereiken. Daarvandaan wordt verder gekoerst naar de kust waar op de Alto de San Juan de Gaztelugatxe weer bergpunten zijn te verdienen. Het venijn zit echter in de staart van de etappe met liefst vier beklimmingen in de laatste veertig kilometer. Op de slotklim Mount Oiz (7,3 km aan 9,7%) lopen de stijgingspercentages op tot 18%!
18. 13-sept | Ejea de los Caballeros – Lleida (186,1 km)
Ejea de los Caballeros – in de volksmond vaak afgekort tot Ejea – heeft nog een onbeschreven blad in de Vuelta. Dat geldt niet voor aankomstplaats Lleida (Lérida). Deze universiteitsstad in Catalonië, waar het ’s zomers wekenlang 35° C kan zijn, is namelijk vaak opgenomen in het parcours van de Ronde van Spanje. Ook de Ronde van Catalonië stopt er geregeld. De laatste ritwinnaar in de Vuelta was Danny van Poppel, die er in 2015 op 22-jarige leeftijd het dagsucces pakte in de twaalfde etappe.
Waar de renners de afgelopen dagen veel klim- en tijdritkilometers voor de kiezen kregen, is de achttiende rit vrijwel vlak. Een mooie aankomst dus voor de sprinters, die de vele bergen hebben overleefd. Het is voor hen te hopen dat hun sprintersploegen nog intact zijn en genoeg kracht hebben om een eventuele vroege vlucht ongedaan te maken, want de vermoeidheid zal steeds meer een rol gaan spelen.
19. 14-sept | Lleida – Andorra. Naturlandia (154,4 km)
Vanuit Lleida rijden de renners vandaag naar ministaatje Andorra, dat wordt ingeklemd tussen Frankrijk en Spanje. Het land is een populair oord in de wielersport dankzij de ruwe bergen. Het wekt dan ook geen verbazing dat hier op de twee voorlaatste dagen van de Vuelta twee bergetappes finishen. Op de Coll de la Rabassa werd ook in 2008 al eens gefinisht. De inmiddels gestopte Italiaan Alessandro Ballan was destijds de beste. De klassiekerspecialist maakte deel uit van de vroege vlucht en hield vervolgens knap stand. Hij nam bovendien de leiderstrui over van de Amerikaan Levi Leipheimer.
Na de start in Lleida kennen de eerste honderdveertig kilometer van de negentiende etappe weinig moeilijkheden, maar de zeventien kilometer die dan nog volgen des te meer. De aankomst is namelijk in Andorra op de Coll de la Rabassa (17 km aan 6,6%), dicht bij het pretpark Naturlandia. De renners klimmen in die slotfase van 940 meter naar liefst 2015 meter hoogte. De klassementsmannen zullen hier geen grote verschillen toestaan, want morgen wacht hen nog een zware etappe.
20. 15-sept | Andorra. Escaldes-Engordany – Coll de la Gallina (97,3 km)
De Vuelta blijft nog even in Andorra voor een loodzware bergrit. Kende de rit van gisteren nog een makkelijke aanloop; vandaag gaat het op en af. De finish is vandaag op de Coll de la Gallina, waar Daniele Ratto in 2013 al eens een rit won. Op de top komen de renners aan bij het Santuario de Canolich – een kerkje uit de vroege twintigste eeuw. Het heiligdom zou echter in de Middeleeuwen ook al hebben bestaan.
De twintigste etappe is de kortste van deze Vuelta a España – tijdritten daargelaten. De rit telt slechts 97,3 kilometer en is daarmee nog korter dan het sluitstuk naar Madrid morgen. De parcoursbouwers hebben zich echter uitgeleefd op deze ultrakorte rit, die belooft héél zwaar te worden. De renners maken namelijk liefst 4000 hoogtemeters op deze route, die liefst zes beklimmingen telt! Ze ronden achtereenvolgens de Comella, de Beixalis (7,1 km aan 8%), de Ordino (9,8 km aan 7,1%), opnieuw de Beixalis en de Comella – laatstgenoemde in tegengestelde richting, voordat de finish valt op de bochtige Coll de la Gallina (3,5 km aan 8,7%). Als de klassementsleider hier een moeilijke dag heeft, kan hij zomaar nog La Roja verliezen!
21. 16-sept | Alcorcón – Madrid (100,9 km)
Wat Parijs is voor de Tour de France, is Madrid voor de Vuelta a España. Hier finisht namelijk inmiddels traditiegetrouw de slotetappe. De hoofdstad is een echte aanrader voor een stedentrip; vrijwel alle hotspots in het centrum liggen op loopafstand van elkaar en anders zijn er uitstekende verbindingen met het openbaar vervoer, voor bijvoorbeeld een stadionbezoek aan Estadio Santiago Bernabéu. Een echte Geheimtip is de grote vlooienmarkt El Rastro, iedere zondag in de wijk La Latina. De winnaars in Madrid de afgelopen jaren waren de huidige Europees kampioen Matteo Trentin, Magnus Cort en John Degenkolb. De laatste Nederlander die hier winnend over de streep kwam, was Jeroen Blijlevens in 1999.
Nadat het eindklassement gisteren in een definitieve plooi viel, mogen de sprinters zich vandaag nog éénmaal tonen in de rit over 100,9 kilometer van Alcorcón naar hoofdstad Madrid. Via het prachtige park El Retiro, waar het bij mooi weer rijendik staat bij de bootjesverhuur, draaien de renners de Paseo del Prado op voor de lokale slotronden. Ze passeren er onder meer het wereldberoemde Prado-museum, de Neptunus-fontein en de Plaza Cibeles, waar voetbalclub Real Madrid traditiegetrouw de hoofdprijzen viert. De finish is bij de twaalfde passage van de streep. Wie pakt de laatste dagprijs van de Vuelta a España 2018?