De Bezemwagen WK Veldrijden 2018: Een wereldkampioenschap als voorbereiding
Achtergronden 2 februari 2018 13:00 Redactie
Het mag vreemd in de oren klinken. In veel opzichten is het strijden om de regenboogtrui in het veldrijden een voorbereiding op de hogere doelen die de voornaamste kandidaten zichzelf hebben gesteld. Een wereldtitel op het WK Veldrijden 2018 grijpen is mooi en zeker ook belangrijk. De ambities reiken echter nog veel verder. Wat hebben Mathieu van der Poel en Wout Van Aert nog meer te bewijzen in de modder van Valkenburg?
Schrijf u in voor de Bezemwagen
Iedere week de Bezemwagen direct in uw inbox ontvangen? Dat kan! Schrijf u nu in en krijg de Bezemwagen elke vrijdagmiddag rond 12.00 in uw mailbox! In de nieuwsbrief vindt u niet alleen het belangrijkste nieuws van de afgelopen week verzameld, maar ook iedere week een exclusief groot wielerverhaal, speciaal voor de Bezemwagen. Daarnaast zal de brief regelmatig leuke acties en extra’s bevatten.
Inschrijven voor de Bezemwagen:
[mc4wp_form id=”53747″]
De wielersport is in de afgelopen dertig jaar rap gesegmenteerd. Een Vuelta a España en Gent-Wevelgem in één jaar winnen, zoals Sean Kelly in 1988 deed, is er eigenlijk niet meer bij. Bovendien zijn er alleen maar disciplines bij gekomen en groeit het aantal nog altijd. Recentelijk zijn koersen over stranden en door de sneeuw bijvoorbeeld sterk in opkomst. In dat wereldbeeld is de opkomst van de twee grootste sterren van het veldrijden en hun veelzijdigheid misschien wel het meest sprekende voorbeeld. Veldrijden is voor hen belangrijk, maar er zijn ook andere fietsdoelen die bereikt moeten worden.
Paris-Roubaix op de Gulpenerberg
Toen de huidige tweevoudig wereldkampioen Wout Van Aert anderhalve week voor aanvang van het wereldkampioenschap een verkenningsrit maakte over het parcours van de Amstel Gold Race kreeg hij het beste nieuws dat hij in 2018 zal krijgen. Zijn ploeg Verandas Willems-Crelan krijgt een wildcard voor Paris-Roubaix. Zoals hij zelf in een interview aangaf motiveerde het hem om direct even flink door te trekken. Vol gas rijden over bijvoorbeeld de Gulpenerberg en de Eyserbosweg. Waar hij volgens Strava-metingen behoorlijk dichtbij kwam op de snelste tijden van de absolute toppers. Daarmee direct vragen oproepend of Roubaix eigenlijk wel het parcours biedt waar hij het best tot zijn recht zal komen op de weg.
Het is geen geheim dat Van Aert enige ambities koestert op de verharde wegen. Sterker nog, hij heeft in de koersen die niet meer dan voorbereiding zijn op het veldritseizoen al regelmatig flinke prijzen gepakt. De Grand Prix Pino Cerami in 2017 bijvoorbeeld. Of het winnen van Schaal Sels en de proloog in de Baloise Belgium Tour in 2016. Gezien zijn leeftijd van 23 jaar en zijn palmares van twee wk’s en overwinningen op vrijwel alle parcoursen die het cyclocross-seizoen te bieden heeft is zijn fascinatie voor de weg ook goed te verklaren. Winnen op de witte paden rondom Siena of de ongelijke stenen rond Roubaix zijn veel grotere uitdagingen dan die enkele cross in, bijvoorbeeld, China die nog ontbreekt.
Aantrekkingskracht
Ook Van Aerts antagonist Van der Poel beproefde zijn geluk al meer dan eens op de weg. Die trekt hem ook aan. Al heeft de jongeling eerst nog een ander doel voor ogen. Dat doel is de olympische mountainbikewedstrijd. Waar Van Aert vooral op de onverharde wegen van Europa zijn geluk wil beproeven, daar wil Van der Poel zich het liefst meten met mannen die twintig jaar geleden misschien wel voor zijn sport hadden gekozen. Ook voor hem geldt dat er wel heel veel op zijn veldritpalmares staat, ook al is hij pas twee weken 23. Mannen verslaan die internationaal gezien meer in aanzien staan dan hij doordat de sport simpelweg meer aantrekkingskracht heeft. Dat ziet hij wel zitten.
Daardoor ontstaat de rare situatie dat komende zondag twee mannen gaan uitmaken wie de regenboogtrui in 2018/’19 mag gaan dragen die misschien allang niet meer zo heel er veel waarde hechten aan de modder tegen die tijd. In het recente verleden verdwenen wel meer wereldkampioenen uit het veld om hun geluk te beproeven op de weg. Waren Zdenek Stybar en Lars Boom veldrijders gebleven, was de overmacht van de jongelingen dan nu ook zo groot? Tegelijkertijd is het goed te begrijpen dat de enorme overmacht van de Belg en de Nederlander juist het voorbeeld van hun voorgangers doet volgen. Boom won een fabelachtige etappe in de Tour de France, Stybar werd een vroege held van de Strade Bianche. Daar kan geen onderlinge burenruzie in Valkenburg die al drie jaar op rij is uitgevochten tegenop.