De Bezemwagen: Hoe wint een favoriet de Clásica San Sebastían?
Achtergronden 28 juli 2017 12:00 Redactie
Bauke Mollema wist in 2016 de Clásica San Sébastian naar zich toe te trekken. Dat hij het juiste moment koos was geen toeval. Hij had immers in de twee voorgaande edities van dichtbij kunnen zien hoe een favoriet de koers naar zijn hand kan zetten. Welke lering valt daaruit te trekken?
De tweede maal Jaizkibel
Sinds 2010 is het parcours van de Clásica er één voor puncheurs met klimmersbenen. De wedstrijd gaat over vijf flinke beklimmingen waaronder tweemaal de Jaizkibel en Arkale. Het eigenlijke doel van de organisatie was om de koers door het veranderde parcours harder en selectiever te maken. Dat laatste is echter niet geheel gelukt. Nog altijd rijdt jaarlijks een peloton van zo’n zestig tot honderd man naar de laatste klim op twaalf kilometer van de finish.
Wel is de koers vele malen harder in de laatste anderhalf uur dan voorheen het geval was. Vanaf het moment dat de voet van de Jaizkibel voor de tweede maal bereikt wordt gaat het tempo flink de hoogte in. Als er al weggereden wordt, meestal door een Astana-renner, dan is de vlucht geen lang leven beschoren. De knechten van de favorieten vatten de wedstrijd op alsof het peloton op een massasprint afstevent.
Het sleutelmoment
De afgelopen jaren is gebleken dat de laatste klim de koers binnen korte tijd een aantal keren van gezicht doet veranderen waarna hij in zijn definitieve plooi valt. De Tontorra is immers een wat vreemde klim.
In de eerste twee kilometer kan het peloton nog tempo rijden. In de afgelopen edities waren het de ongeduldige renners in goede vorm die hier als eerste ten aanval trokken. Omdat het stijgingspercentage nog niet maximaal is, kunnen zij echter binnen schootsafstand worden gehouden. Zo vond bijvoorbeeld Warren Barguil er zijn Waterloo in 2015 en kon Alexander Kolobnev er in 2014 de hoop dat hij zijn tweede plaats van 2008 zou gaan verbeteren al snel laten varen.
Na twee kilometer volgt een kleine kilometer waarin de weg afvlakt en zelfs even daalt. Daardoor begint de klim eigenlijk opnieuw. Dit is het moment waar de allerbesten van de dag die wel geduld konden opbrengen zich losmaken van de rest van het peloton. De echte puncheurs grijpen hier hun kans. In recente jaren waren dit altijd Joaquim Rordriguez en Alejandro Valverde, twee mannen die dit jaar niet aan de start zullen verschijnen. Een derde renner die hier jaarlijks zijn voordeel doet is Adam Yates. In 2015 bracht het hem zelfs de overwinning.
De beslissende slag
Die overwinning van Adam Yates kwam overigens niet zozeer door zijn jump in de laatste kilometer van de klim, als wel door wat er jaar in jaar uit op de top gebeurt. Net als Alejandro Valverde in 2014 en Bauke Mollema in 2016 profiteerde Yates namelijk van de uitputtingsslag die de Tontorra is.
Zodra de favorieten boven komen hebben zij een moment nodig om op adem te komen. Dit komt mogelijk omdat puncheurs normaal gesproken hun jump maken naar een finishlijn die bovenop een korte klim ligt terwijl zij in San Sébastian daarna nog zo’n negen kilometer moeten rijden. De renner die het eerst zijn adem terugvindt is in de afgelopen jaren de winnaar gebleken. Een korte demarrage is vaak al genoeg. De afdaling is zo’n zes kilometer en redelijk steil en snel. Dit is onvoldoende om een gat van zo’n tien seconden dicht te rijden.
Wanneer de koploper beneden terug in San Sebastian komt is het nog 2,5 kilometer tot de streep. Net lang genoeg voor een laatste krachtsexplosie waarin alles gegeven wordt. Daardoor kwam alleen in 2010 (de eerste editie op het nieuwe parcours) meer dan één renner op de finishlijn afstevenen om voor de winst te gaan. Al is het feit dat er sinds 2014 na de klim minder kilometers naar de finish te rijden zijn zeker niet in het nadeel van de koploper.
Vooruitblik op 2017
Vaak is het zo dat renners die net een goede Tour de France achter de rug hebben hier de boventoon voeren. In dat opzicht zijn Simon Yates, Mikel Landa en Warren Barguil misschien wel de topfavorieten. Mede ook omdat zij in afgelopen jaren al in de voorste gelederen meespeelden. Het juiste moment aanvoelen in deze koers is iets wat de ervaring moet leren. Daarvan is Bauke Mollema, die ook in ’14 en ’15 bij de voorste vijf op de top van de Tontorra zat, een voorbeeld.
Mollema is als titelverdediger overigens zelf ook van de partij, net als de winnaar van 2013 Tony Gallopin. Ook zij zijn beide goed uit de Tour de France gekomen. Door de afwezigheid van Valverde en Rodriguez is het veld dit jaar echter sterk veranderd. De klassieke puncheurs die wel meedoen zijn oud-winnaar Philippe Gilbert, Dani Moreno en Enrico Gasparotto. Of zij echter de vorm en de ploeg hebben om de koers in de laatste zestig kilometer te dragen zoals dat in recente jaren gebeurde is een groot vraagteken.
Schrijf u in voor de Bezemwagen
Iedere week de Bezemwagen direct in uw inbox ontvangen? Dat kan! Schrijf u nu in en krijg de Bezemwagen elke vrijdagmiddag rond 12.00 in uw mailbox! In de nieuwsbrief vindt u niet alleen het belangrijkste nieuws van de afgelopen week verzameld, maar ook iedere week een exclusief groot wielerverhaal, speciaal voor de Bezemwagen. Daarnaast zal de brief regelmatig leuke acties en extra’s bevatten.
Inschrijven voor de Bezemwagen:
[mc4wp_form id=”53747″]
Nu populair
-
Column: Mijn Ferrari geplaatst op 7 juni 2015
-
Het achterwiel van Hesjedal geplaatst op 5 september 2014
-
LIVE Waalse Pijl 2019: Tv en livestream geplaatst op 23 april 2019
-
Tour de France – De truien en het rode rugnummer geplaatst op 13 juli 2016
-
Tour de France – De reclamekaravaan geplaatst op 15 december 2010