Remmert Wie? en de piemel van Steven
Wielercolumns Laatst bijgewerkt 26 juli 2018 22:03 Redactie
“Wat Remmert Wielinga hem misdaan had”, was de vraag van achteruit de zaal van Velosoof in Eindhoven. De vraagsteller was niet tevreden met het antwoord en liet dat duidelijk merken. Thomas Dekker, die er zijn boek ‘Mijn Gevecht’ presenteerde, was op zijn beurt not amused over de willekeur waarvan hij in zijn boek werd beticht en reageerde geïrriteerd. “Remmert Wie?” vroeg Hein ondertussen aan mij.
Na optredens bij onder andere Mathijs, Pauw en Bureau Sport wisten we nog steeds niet meer dan dat ‘Mijn Gevecht’ over de hoeren met Michael Boogerd, de connecties van Jacques Hanegraaf en de pornofilm en het handdoekje van Steven de Jongh ging. Uiteraard wilde ik dat boek hebben, en als het even kon ook Thomas nog aanhoren. Ik was er dus bij. “Matennaaier” werd hij genoemd, vaak door mensen die het boek niet hadden gelezen. Ook werd er gesproken over het verbreken van de omerta, dat eigenlijk de lading van matennaaier wel dekt. ‘Gedekt door Dekker’ had ik als titel voor de volgende druk willen voorstellen als er toch niks anders besproken wordt. Maar het betrof slechts enkele passages en het boek telt ruim 200 pagina’s waarin ook het fietsen wordt besproken. 43 overwinningen waarvan 13 met behulp van verboden middelen in slechts acht jaar als professioneel wielrenner. Toch spreekt men over het grootste Nederlandse wielertalent aller tijden die zijn carrière en zijn leven heeft verkloot. Hoe dan ook, Thomas heeft met zijn boek de beerput verder geopend.
“Remmert Wielinga”, antwoordde ik, “uit Eindhoven”. De man die de vraag stelde zat een tafeltje bij ons vandaan. Hij vertelde dat hij Remmert persoonlijk kent en zodoende wist dat hij vooraf niet geïnformeerd was over het feit dat ook zijn naam genoemd werd in het boek. Zou die persoonlijke kennis weten dat Wielinga in het verleden de waarheid al meer dan eens verdraaid heeft? Of dat er meer wielrenners zijn die zich wel aan de bewuste zwijgplicht houden dan niet? Wielinga had talent maar de gemiddelde wielerfan kent hem vooral van interviews uit rond 2006 waarin hij vertelt dat hij Nederlands beste klimmer is. “Die Remmert.” Op basis van zijn prestaties is er nooit reden geweest om hem te testen op gebruik van doping, concludeerden we terwijl Dekker al bezig was met de volgende vraag uit het publiek.
Het werd tijd om het boek te laten signeren en nog even een praatje te maken. “Heb je het al gelezen?” vroeg Thomas. “Nog niet, ik ken enkel de passages over Boogerd en De Jongh die op tv besproken zijn.” Nadat iedereen die ertoe doet in de wielrennerij er iets van gevonden had, voelde ik dat het mijn beurt was. Maar alle journalistieke vragen waren inmiddels wel gesteld en de beste vraag die in me op kwam, kwam eruit: “Heeft Steven de Jongh een grote piemel?” Thomas grijnsde, krabbelde wat in mijn boek en wenste me veel leesplezier.