In één week is alle twijfel gewist. De belabberde sprint-à-deux tegen leeftijdsgenoot Kwiatkowski in de E3 Harelbeke bevestigde de vrees dat Peter Sagan voor altijd gedoemd is tot het fatum van de ‘net niet’-coureur. Tweede plaatsen, tja, daar kan hij de straat mee plaveien. Die van de Omloop Het Nieuwsblad, Tirreno-Adriatico en de E3 zijn nog maar een bloemlezing van zijn reeks in 2016. Negen dagen later ziet de wereld er anders uit. Zeges in Wevelgem en Oudenaarde zorgden voor het voorjaar dat hem al vanaf Parijs-Nice 2010 werd toegedicht.

Niet dat hij twee weken geleden nog een blanco palmares had op Vlaamse bodem. Gent-Wevelgem, E3 Harelbeke en de Brabantse Pijl prijkten al op zijn erelijst. Voor 98% van het peloton betekent dat: carrière geslaagd. Niet voor Peter Sagan. Met zijn panache zou een eeuwig gebrek aan winst in de Ronde van Vlaanderen meer dan een teleurstelling zijn. En dat ondanks een regenboogtrui en een rist groene exemplaren uit de Tour.

Op 3 april maakte de Slowaak komaf met de hele prietpraat, en hoe! Dat hij Vanmarcke losrijdt op de Paterberg is niet zo verwonderlijk. Met een serieuze kramp kraakte de kopman van LottoNL-Jumbo tot de top aan een toeristentempo. Maar drie kilometer van de meet, ondanks een ontketende Cancellara in de achtervolging, vond speelvogel Sagan het wel even leuk om naar Vlaanderens bekendste Merckx-lookalike “Eddy!” te roepen. Overschot aan energie etaleren met een klein gebaar. Een nieuwe wheelie na de meet beaamde dat vermoeden alleen maar.

De machtsoverdracht werd duidelijk aan de start van de Scheldeprijs. Voor het eerst in tien jaar lokte de Boonen-bus niet de meeste fans. Die van Tinkoff was in Antwerpen dit keer de grootste magneet van het wielerminnende volk. Luide filmmuziek uit Grease en Forrest Gump knalde door de boxen vanuit de flashy gele bunker. Dat Boonen en Cancellara ongemeen populair blijven, staat buiten kijf, maar meer dan een schouderduwtje krijg je niet meer in strijd om hun kribbel of een selfie. Om tot bij de wereldkampioen te geraken moet je daarentegen een halve bodycheck verdragen. Twee mecaniciens beschermen hun langharige kopman tot aan de startlijn, terwijl de twee oude kampioenen zich bodyguardloos door de menigte kunnen begeven.

Maar vlak hen niet uit voor morgen. Als de 35’ers ergens kunnen tegenspartelen, is het wel op de kasseien in Noord-Frankrijk. Roubaix en Sagan was tot nog toe geen geslaagd huwelijk. Zesde in 2014, verder kwam hij nog niet. Intussen lijkt hij meer dan voldoende pk’s te hebben om de dubbel te realiseren. Iedere gelovige wielerfanaat bidt stiekem voor een triumviraat Sagan-Cancellara-Boonen bovenaan in de uitslag. Fotografischer kan een podium niet worden. Als de geschiedenis echt cyclisch verloopt zou dat voor Boonen misschien wel het geschikte moment zijn om zijn paternoster door te geven aan de nieuwe Ibrahimovic – “Who is that?” – van het wielrennen. In 2002 kreeg Boonen het van Museeuw toen hij de coming star werd.

De parallellen tussen de viervoudige Roubaix-winnaar en zijn Slowaaks equivalent reiken verder dan hun palmares op 26-jarige leeftijd. Denk maar aan het sappige accent dat de twee koesteren. Plat Kempisch bij de een, gebrekkig Engels bij de ander. Hoe inhoudsloos of voorspelbaar de antwoorden soms ook zijn, het volstaat om er in de krant een pagina poëzie over te schrijven. Ook hun jeugdige rijstijl bleek deze week overeenkomsten te vertonen. Sagan trakteerde zichzelf na zijn monumentale overwinning op een peperdure speelgoedwagen om er nadien een West-Vlaams stoeprandje mee te rammen. In het geval van Boonen was de stoep bijna tien jaar geleden weliswaar een elektriciteitspaal en het autootje een knalgele Lamborghini.

Sagan gaat op zoek naar een eerste echte kans om Roubaix te winnen, voor Boonen wordt het vermoedelijk zijn laatste grote mogelijkheid om drie verloren rennersjaren door te spoelen. Dat de pers al jaren hint naar een afscheid is geen toeval: de Vlaming wil zijn kampioen niet zien eindigen in een achtervolgend pelotonnetje, maar op het hoogste schavot. Boonen zelf zou het vooral verschrikkelijk gevonden hebben, mocht het op een onmenselijk hete autostrade in Abu Dhabi geëindigd zijn. 257 km krijgt hij om zich nog één keertje te bewijzen – who the hell vindt dat nog nodig? Of dat tegen beter weten in is, ontdekken we morgennamiddag. Met een fenomenale Cancellara en Vanmarcke lijkt de kans klein, maar wie weet verwerpt Boonen nog één keer het hoongelach “dat het er niet (meer) in zit”. Na vorige week weet ook Peter Sagan hoe dat moet.