Milaan-San Remo 2016 – Parcours Milaan-San Remo 2016 – Parcours

Met 291 km, 2 km minder dan vorig jaar door een minieme parcourswijziging, is Milaan-San Remo veruit de langste klassieker, maar net als de voorbije edities telt de omloop slechts zes hellingen. Het eerste wielermonument van het seizoen vindt niet langer op zondag plaats, maar wel zoals vroeger op zaterdag. Ondanks de enorme lengte van het parcours is dit de makkelijkste klassieker om te rijden, maar wel de moeilijkste om te winnen, dixit Tom Boonen.

Voor de Passo del Turchino kent de wedstrijd een aanloop van zo’n 130 vlakke kilometers. De energietank zo veel mogelijk sparen is dan nog de boodschap. We herinneren ons nog de opmerkelijke beelden van verkleumde renners die in 2013 de Turchino noodgedwongen links moesten laten liggen door de hevige sneeuwval. Het ziet er niet naar uit dat we nu een soortgelijk scenario krijgen.

De Passo del Turchino heeft met 25 km de lengte van een col, maar is gemiddeld nauwelijks 1,4% steil. Naar het einde van de beklimming toe liggen wat steilere stukken, maar met nog honderd kilometer voor de boeg tot de volgende helling is het veel te ver om al iets te ondernemen.

Organisator RCS Sport besliste voor het derde jaar op rij om de klim van Le Manie niet op te nemen, tot jolijt van de sprinters. In een vrij recent verleden verloren rasspurters als Cavendish hier vaak de koers. Doorgaans moesten de renners Le Manie bedwingen na tweehonderd kilometer, maar dit jaar dus niet.

Vijftig kilometer voor de streep beginnen de renners aan de drie Capi: de Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta, met 3.000 meter de langste van de drie. Niet veel later doemt de Cipressa al op. Op de stukken van 9% proberen vooral schaduwfavorieten vaak voor animo zorgen. Teams zonder sprinter kunnen maar best vanaf de Cipressa de koers al hard maken om de snelle mannen op hun adem te trappen.

Na een tussenstuk van zo’n tien kilometer waarin reorganisatie nog mogelijk is, beginnen de renners aan de wereldberoemde Poggio. Met een gemiddeld stijgingspercentage van nog geen vier procent en even veel kilometers is de Poggio geen zware dobber, maar met bijna 300 km in de benen weegt elke helling serieus door. Het spervuur van aanvallen dat we hier vooral in het dopingtijdperk te zien kregen, is de laatste jaren wat beperkter. Heuvelspecialisten plaatsen nu vaak slechts één ‘alles of niets’-demarrage. Voor sprintersploegen is dat een stuk makkelijker te controleren.

Op de top van de Poggio is het nog 5,5 km tot de finishlijn op de legendarische Via Roma. Na een onderbreking van zeven jaar is het pas het tweede jaar op rij dat de renners hier arriveren. Net als vorig jaar moeten de koplopers na de technische afdaling van de Poggio nog amper 2,5 vlakke kilometers afleggen vooraleer de winnaar het zegegebaar mag maken in de 107de ‘Primavera’.

Aangezien Cancellara en Van Avermaet in supervorm verkeren en ook andere grote namen als Stybar, Nibali en Kwiatkowski voor de aanval moeten kiezen om te winnen, en het arsenaal aan spurters anderzijds weer indrukwekkend is, zal de strijd tussen de aanvallers en de spurtersploegen opnieuw hoog oplopen.

Het is al van 1983 geleden dat een renner nog eens Milaan-San Remo won in de regenboogtrui. Giuseppe Saronni was toen de gelukkige. Wereldkampioen Peter Sagan krijgt, zeker nu Degenkolb er niet bij is, een uitgelezen kans voor een nieuwe mijlpaal.