Column: Mijn dopingbiecht Column: Mijn dopingbiecht

Column: Mijn dopingbiecht

Wielercolumns Laatst bijgewerkt 26 juli 2018 22:16 Redactie

Doping komt in alle sporten voor en iedere onthulling van een atleet of ontmanteling van een netwerk brengt een schokgolf in sportland teweeg en komt groot in het nieuws. Ik heb zelf ook ooit een soort van doping geprobeerd tijdens het wielrennen. In tegenstelling tot half Rusland nu, maar net zoals voormalige DDR-sporters toen en vele wielrenners uit de generatie Armstrong daartussen, ben ik nooit ‘gepakt’. Nu de aandacht verlegd is van het wielrennen naar de Russische atletiek, durf ik de bekentenis wel aan.

Rusland nu, DDR toen, en wielrennen ertussen
Afgelopen periode werd het sportnieuws gedomineerd door het bericht dat zo’n beetje heel Rusland in het zelfde dopingcomplot zat. De atleet, de trainer, de wedstrijdcommissie, de controleur, het laboratorium, zelfs de Russisch geheime dienst… iedereen deed mee. Behalve Poetin, die wist van niks. Maar in het door Poetin ingestelde volkslied wordt wel omschreven dat Rusland glorieus moet zijn, het volk trots op haar land moet zijn, en de bevolking beschermd is door God. Een goede gelegenheid om te gloriëren is via de sport en als het vals moet, wie houdt ze dan tegen? God beschermt wel. Hij bleek, helaas voor Rusland, minder betrouwbaar dan gedacht.

Hoewel er geen God was die ze beschermde, speelden ze in Oost-Duitsland ook massaal vals. Eind jaren ’60 tot eind jaren ’80 was de periode waarin de sporters als robots geprogrammeerd werden. De DDR van toen als sportinstituut was erop gericht om aan te tonen dat het socialisme beter was dan het kapitalisme, maar dan moest er natuurlijk wel gewonnen worden. Het programmeren werd ook wel prepareren genoemd en de preparaten (voornamelijk anabolen en hormonen) die van kinds af aan werden toegediend, zorgden voor veel records en andere opmerkelijke bijwerkingen. Dat de dames een stem kregen waar menig bariton jaloers op was en de mannelijke sporters borsten kregen was bijzaak. Daarvoor kon je niet gepakt worden. Als je als vrouw ineens een piemel kreeg was er ook niks aan de hand: Kogelstootster Heidi Krieger raakte gewend aan het staand plassen en ging na haar carrière door het leven als Andreas Krieger, maar ze (m/v) is nooit gepakt.

In het wielrennen kwam je vroeger weg met een tijdstraf als je gepakt werd op valsspelen, maar kon je de controleurs vaak nog voor de gek houden door het plasje van een verzorger in te leveren. Toen de controles aangescherpt werden, was het zaak om een goed en gesloten netwerk te hebben. Met de juiste contacten en invloeden kon het gebeuren dat je meer dan duizend controles doorstond zonder gepakt te worden. Marc Lotz (knecht in de Rabobankploeg 1997 – 2004) werd ook nooit gepakt maar praatte per ongeluk zijn mond voorbij. Behalve een wereldje om je heen waarop je kunt vertrouwen, ben je zelf natuurlijk ook een niet te onderschatten factor. Hoewel er niks strafbaars was gevonden en hij ook nooit een positieve plas had ingeleverd, betekende het moment van onoplettendheid einde carrière, €16500.- boete, 2 jaar schorsing en aanvankelijk zelfs een jaar onvoorwaardelijke celstraf.

Omdat ik het geld ter hoogte van de boete van Lotz niet had en de komende jaren nog met mijn vrienden rondjes op zondagochtend wilde maken, draag ik al jaren een geheim bij me.

Biecht
Jaren geleden was ik geïnteresseerd naar het effect van zo’n prestatieverhogend goedje. En zo gebeurde het plots dat er op zondagochtend shotjes werden verstrekt door een vriend die ze had gekregen van een collega die ook fietste en vertelde dat het niet op de Nederlandse markt verkrijgbaar was. Het kwam wel helemaal uit België en het vage verhaal eromheen duidde erop dat het wel een illegaal wondermiddel moest zijn, “maar het kan verder geen kwaad hoor”. Heel veel vragen werden er niet gesteld, dat doe je niet. Tijdens een regulier zondagochtend rondje werd met nog 25 kilometer te gaan collectief Asterix’ toverdrank ingenomen, en de volgende 25 kilometer klaagden we erover dat “die smerige rommel” niet werkte. Natuurlijk merk je er niets van, dat is het mooie. Je rijdt zoals je altijd doet maar dan alsof je een goeie dag hebt. In vorm op bestelling. Dat het werkte staat vast maar de absolute piek kwam toen we al lang niet meer op de fiets zaten. Terug op het vertrekpunt waren we hyperactief en nog steeds merkten we niks omdat we op hetzelfde level zaten. Er stond niemand bij de voordeur op ons te wachten om onze plas te controleren maar al snel moest ik naar de wc en keek ik zelf maar een keer naar beneden; ik had niks opvallends gezien. Die nacht werd de tol betaald voor de poging tot valsspelen. De klachten varieerden van diarree tot hartkloppingen en slapeloosheid. We hadden bekend, vooraf aangekondigd zelfs. Toch werd niemand geschorst, de geheime dienst wist in ons geval echt van niks en alweer hadden we het nieuws niet gehaald. Mart Smeets schreef er niet eens een boek over. Desondanks stapten we de zondag erop weer gewoon op de fiets. Zonder al die extra suikers in een klein flesje, want veel meer dan dat was het niet, maar oh wat voelde het écht.