Minstens twintig crossen rijden voor je een kampioenschap mag betwisten. De wens van Wuyts. De schrik dat Stybar of Boom straks wereldkampioen wordt in Zolder zit er diep in. Wegrenners verplicht vermoeien om te tornen aan hun topvorm richting het WK, is dat dan een oplossing? Neen, dat is de vrijheid van een coureur beteugelen. Breng de UCI trouwens niet op domme ideeën, dat kunnen ze zelf goed genoeg. Bijvoorbeeld een renner diskwalificeren omdat hij een cameraatje op zijn fiets liet plaatsen zonder het braafjes aan het baasje van de UCI te vragen. Komaan zeg.

Houd zulke minimumquota maar uit de koers. Sport is nog altijd geen exacte wetenschap, al proberen ploegen als Team Sky dat er wel van te maken. De onvoorspelbaarheid maakt het toch zo plezant. Wegrenners in conditieopbouw die zich voor het plezier komen meten met de afgetrainde veldrittop, onvoorspelbaarder kan je het in de cross niet maken. Dit jaar is er ook nog eens de factor van der Poel. Als de knie eind november niet meer tegenspartelt, zal hij in goede vorm en vrijwel onvermoeid het WK kunnen aanvatten. Niels Albert werd zo twee keer wereldkampioen na competitieloze weken door een gescheurde milt (in 2008) en een handbreuk (in 2011). Niemand die daarover klaagde.

Is het eerlijk dat iemand volledig uitgerust aan de start komt, terwijl zijn concurrenten zich ettelijke weken te pleuris gereden hebben? Natuurlijk niet. ‘Onrecht’ noemt Michel Wuyts het in zijn column. Daar zit de sport en bij uitstek het wielrennen toch vol van. Van Avermaet die in San Sebastian door een motor omver gemaaid wordt op weg naar de zege, onrecht. Gilbert die in 2012 na een flutseizoen wereldkampioen wordt, onrecht. Drie voorseizoenen op rij die voor (niet door) Tom Boonen verknald worden, driedubbel onrecht.  Heeft er ook al iemand gezegd dat het oneerlijk is dat pakweg Peter Sagan na de uitputtende kasseiklassiekers in de Amstel Gold Race moet strijden tegen goed uitgeruste Valverdes en Gilberts? Neen, dan heet dat blijkbaar ‘specialisatie’.

Vergeet ook niet dat sport de facto niet eerlijk is. Als het dat wel was, had Sven Nys een WK of acht op zijn palmares staan. Nu zijn het er ‘maar’ twee. Er is ook nog het fenomeen van de kampioenschapscoureur. Zeer frustrerend voor veelwinnaars. Renners die doorheen het seizoen de tweede rij kleur geven, maar op een kampioenschap plots vooraan meedraaien. Erwin Vervecken was er zo eentje. Drie keer wereldkampioen, terwijl hij in die drie seizoenen samen vijf klassementscrossen won. Dat de beste altijd wint, is een utopie. Ook niet eerlijk hè.

Een verplichting van minimum twintig crossen beperkt de vrijheid van een renner. De keuze hoe iemand toewerkt naar een wedstrijd bepaalt voor een groot stuk zijn uitslag. Koersen win je niet alleen door de benen snel rond te draaien, maar ook met het hoofd. Als een renner er beter aan doet 18 wedstrijden te rijden voor het WK, moet een quotum van twintig wedstrijden daar dan anders over beslissen? In het wegwielrennen is er voortdurend een vermoeidheidsverschil. De ene renner heeft in afstand al een kwart van de wereld afgefietst, terwijl de andere na een lange trainingsperiode weer in competitie treedt. Geen gezeur daarover. Bradley Wiggins werd in 2014 wereldkampioen tijdrijden. Van juli tot het WK had de werelduurrecordhouder 13 koersdagen op de teller, zijn moeilijk klopbare concurrent Tony Martin 37. Een uitgekiende voorbereiding noemt men dat dan.

Nu, ik begrijp Wuyts ook wel. Stybar werd twee seizoenen geleden wereldkampioen als gelegenheidscrosser. Nys en de hele Belgische natie werden op hun nummer gezet door een wegrenner die in januari training even met amusement combineerde in het veld. Het droombeeld van de beste die wint, was die dag werkelijkheid, maar dat werd niet door iedereen gesmaakt. Frustratie nam bij sommigen appreciatie weg. De vrees dat Wout Van Aert de komende jaren hetzelfde scenario zal beleven is misschien niet helemaal onterecht, zeker niet mocht van der Poel de stap naar het wegwielrennen zetten. Lars van der Haar bewees met zijn Europese titel echter dat Van Aert geen wegrenners nodig heeft om verslagen te worden. Maar wees gerust: zonder accidenten wordt Van Aert op een dag wel een keer Belgisch en wereldkampioen. Lukt het dit jaar niet, dan heeft de 21-jarige Belg nog genoeg kansen om het BK of WK te winnen… of te verliezen.