Carrièreplanning

Wielercolumns Laatst bijgewerkt 20 februari 2015 16:20 Redactie

Ere wie ere toekomt… Greg van Avermaet won vorige week volkomen terecht De Kristallen Fiets. Een ijzersterk seizoen met een langgerekte galerij aan snedige demarrages, liters aanvalszweet en knappe ereplaatsen maar… geen enkele spraakmakende overwinning. Kruimelzeges, dat wel, maar niet in de wedstrijden die er in het internationale peloton echt toe doen. Hij bouwt al enkele jaren aan een vreemd en tegelijk ontzagwekkend palmares. Zonder één voorjaarsklassieker op zijn naam – de wedstrijden waar hij op mikt – heeft hij wel al drie maal de Flandrien van het jaar en nu dus De Kristallen Fiets op zak gestoken. We bekijken het positief. Deze onderscheidingen zijn een beloning maar ook een ruimschootse voorafbetaling van een ongebreidelde en oververdiende zegereeks in 2015. Weg met Greg van Regelmaet, op naar Greg de Veelvraat.

Er bestaat blijkbaar geen blauwdruk voor het verloop van de ideale wielercarrière. Toppers fietsen elk op hun eigen manier naar succes. Philippe Gilbert, Fabian Cancellara, Johan Museeuw, Peter van Petegem, … tekenden allemaal voor een opwaartse spiraal in hun prestatiecurve. Overwinningen en ereplaatsen in kleine rittenwedstrijden ruimden baan voor semi-klassiekers en dagsucces in de grote rondes. Uiteindelijk werd de hoofdschotel verorberd: een topklassieker, het wereldkampioenschap, een gele, groene of roze trui. Een jarenlange klim naar de 7de hemel. Ook Greg van Avermaet hoort bij dit kransje, maar zijn menukaart kent alleen wat meer gangen.

Een carrière-afdaling bestaat ook… Top als rookie, flop als oldie… Frank Vandenbroucke, Andy Schleck, Damiano Cunego, Robert Gesink. ‘Wat goed is, komt snel’… Alhoewel… Ze lijken nu al verdwenen in een stoffige boekhouding uit het verleden.

Tom Boonen hobbelt er wat tussenin. Hij legt een grillig parcours af. Enkele jaren onklopbaar als neo-prof, daarna voor zijn doen onzichtbaar in een mistige waas van privéproblemen, vormdipjes en enkele viriele succesjes. In 2012 plots weer onhoudbaar sterk om ook daarna weer in het moeras van de gewone stervelingen te zinken. Het blijft een enorme kanjer, die Boonen. Respect voor zijn status en statistieken, maar een rechte lijn kan je zijn carrière niet noemen.

Wie wel een hele carrière lang de spanningsboog wist te rekken, van youngster tot veteraan, is Sven Nys. Acteerde als belofte al op een hoog niveau en legde de toenmalige toppers Groenendaal, De Clerq en Vervecken meermaals over zijn knie. Hij is nu 38 en heeft nooit – lees: echt nooit – een slecht seizoen gekend of zomaar wat … euh… aangemodderd. Meester van weiden en velden, bossen en duinen, baas van alle veldritcijfers, de meest veelzijdige crosser die generaties overvleugelt.

Tenslotte zijn er nog de heren die te lang moesten wachten op erkenning. Wroeters, werkers, believers in hun eigen kunnen, tegen wil en dank. Cadel Evans was 34 toen hij het WK won en 36 toen hij in het geel op de Champs Elysées pronkte. Gilbert Duclos-Lasalle moest tot zijn 38ste wachten om de kassei van Parijs-Roubaix in de lucht te steken. Sterker nog: hij herhaalde datzelfde nummertje op zijn 39ste. En Chris Horner was zelfs 42 toen hij de Ronde van Spanje won.

Carrièreplanning… meerdere wegen naar erkenning.