Lampre’s analyse van Milaan-San Remo

Het is pas 2 november, maar Lampre-Merida heeft sinds deze week het vizier vast gericht op de eerste klassieker van het seizoen 2014, Milaan-San Remo. Afgelopen woensdag kwamen ploegleiding, staf en renners al bij elkaar om samen te spreken over Il Classicissima. De wedstrijd – gepland op 17 maart – kent komend jaar een noviteit: de beklimming van de Pompeiana tussen de Cipressa en Poggio, die ten koste gaat van Le Manie.

De ploeg vindt het belangrijk te evalueren hoe de nieuwe klim de wedstrijd verandert: wat zijn de eigenschappen van de Pompeiana? Bij welke renners past het nieuwe parcours beter? Zijn rouleurs in staat mee te doen in de finale? Zal de wedstrijd meer ‘open’ zijn? De technische staf van de Italiaanse ploeg heeft intussen geprobeerd antwoord te krijgen op deze vragen, mede dankzij ploegleider Marco Marzano die het nieuwe element al heeft verkend.

“De klim lijkt de wedstrijd zwaarder te maken”, zegt Marzano. “Na een lastig eerste deel, wordt de weg smaller richting het plaatsje Pompeiana, dus het is nodig te vechten voor de kopposities. Als ze het dorpje uit rijden, komen de renners bij het zwaarste gedeelte – met maxima tot 14 procent. Een geleidelijke klim brengt ze vervolgens naar de top. De afdaling kent enkele hairpins en een aantal stroken waar hoge snelheden kunnen worden gehaald.”

De ploegleiding van Lampre-Merida denkt dat de wedstrijd selectief zal zijn. Als de wedstrijd geschikt blijft voor snelle rouleurs, dan kan de ploeg Filippo Pozzato en Sacha Modolo uitspelen. Aan de andere kant, als de nieuwe klim een selectie te weeg brengt, dan kunnen de Italianen terugvallen op Diego Ulissi, Damiano Cunego en wereldkampioen Rui Costa.