Na ruim 190 kilometer attractief koersen kreeg Belkin zaterdag in Haacht waar het recht op had. Sep Vanmarcke versloeg medevluchter Pieter Weening van Orica-GreenEdge in een sprint-à-deux. De Belg schreef zodoende de GP Impanis-Van Petegem op zijn naam.

Het was voor Vanmarcke een grote opluchting. Een week geleden streed hij om de winst in de GP Jef Scherens, maar kwam hij in de eindsprint millimeters te kort ten opzichte van zijn landgenoot Bert De Backer van Argos-Shimano. “Vorige week lukte het net niet, dus het doet me echt deugd om nu wel te winnen. Ik had het op voorhand niet verwacht. Ik was deze week een beetje verkouden, maar naarmate de koers vorderde begon ik me steeds beter te voelen. Ik heb de laatste twee kilometer op kop gereden en tempo gehouden. Dit zodat de anderen niet konden terugkomen. Op vijfhonderd meter van de streep liet ik het tempo wat zakken en wachtte ik op de sprint. Ik wist dat ik explosiever was.”

Met de fiets naar huis
Dat Vanmarcke de overwinning op slechts een kleine honderd kilometer van zijn woonplaats Waregem boekte, maakte de zege extra speciaal. “Ik ga straks met de fiets naar huis”, aldus de Belg met een lach.

Als collectief goed
Ploegleider Frans Maassen zag het Belkin Pro Cycling Team zaterdag attent koersen. Het zorgde ervoor dat vier renners terecht kwamen in een grote kopgroep van 35. Naast Vanmarcke waren dat Moreno Hofland, Maarten Wynants en Bram Tankink. Uiteindelijk was het Vanmarcke die wist te ontsnappen. “De mannen hebben als team goed gereden”, aldus Maassen. “Met vier man in de finale konden ze elkaar goed beschermen. Dat hielp Sep zeker op zijn weg naar succes.”