3000 hoogtemeters in sprintrit

De vijfde etappe van de Vuelta a España was een rustige, maar zware rit geweest. Daar waren de renners van Belkin het aan de finish in Lago de Sanabria wel over eens. Bauke Mollema was met een twaalfde plaats de beste renner van de ploeg.

Graeme Brown: “Het was een zware dag en zeker geen échte sprintetappe. Het zat er een beetje tussenin. Aan het begin van de week hadden we deze etappe niet aangemerkt als sprintrit. De laatste tien kilometer waren zwaarder dan verwacht en net even te lastig voor mij. Met nog vijfhonderd meter te gaan zat ik aan mijn limiet, al was ik verrast dat ik überhaupt zo dichtbij kwam.”

Stef Clement: “De wind speelde vandaag geen rol en daardoor was er voor het eerst deze Vuelta geen stress in het peloton. De kopgroep kreeg alleen wel een erg grote voorsprong en daardoor moesten we op de lastige stukken toch nog even gas geven. Dat doet dan wel zeer. Het was daardoor zeker geen rustdag vandaag.”

Erik Dekker: “De jongens hebben in aanloop naar de finale een ontspannen dag gehad. De wegen waren mooi recht. Het was wel een vermoeiende dag, want ik geloof dat ze ongeveer 3000 hoogtemeters achter de kiezen hebben. Helaas was de finale net even te lastig voor Graeme.”

Juanma Garate: “Het leek op televisie misschien allemaal makkelijk vandaag, maar er werd heel hard gereden en al die hoogtemeters maakten het er niet makkelijker op. De kopgroep werkte goed samen en daardoor was het tempo in het peloton de hele tijd erg hoog. We moesten vandaag de kopmannen beschermen en ik denk dat we goed werk gedaan hebben. We hebben geen tijd gewonnen, maar ook geen tijd verloren en eigenlijk kun je alleen tijd verliezen op een dag als vandaag.”

Bauke Mollema: “Het was vandaag verre van vlak en daardoor was het nog best een lastig ritje. Zonder wind en met mooie lange rechte wegen, was het wel redelijk relaxed in het peloton, al werd er wel erg hard gereden. Ik was niet van plan om mee te sprinten, maar zat goed van voren om uit de problemen te blijven en kon daardoor twaalfde worden. De laatste vijf kilometers waren best hectisch met flauwe bochten en stukjes op en af.”