Dutch Food Valley Food 2013 – Interview met Thijs Zonneveld (1/2)
Multimedia 25 augustus 2013 12:00 Tim van Hengel
“Wat ik verwacht is dat het niet een voorspelbare wedstrijd wordt. Daarmee willen we breken.” Thijs Zonneveld is sinds dit jaar de koersdirecteur van de Dutch Food Valley Classic en kreeg de vrijheid van de organisatie om de hele koers op z’n kop te zetten. Cycling Story’s Tim van Hengel sprak met hem voorafgaand aan en ná de 28e editie van de wielerkoers. Vandaag deel 1.
Beluister het interview voor de start van de Dutch Food Valley Classic 2013:
De mensen die je op Twitter volgen via @thijszonneveld konden lezen dat ‘het twee voor twaalf’ was voor de koers een paar dagen geleden. Het was twijfelachtig of de koers wel door kon gaan. Uiteindelijk heb je de koers toch op poten weten te zetten, we staan nu bij de start: hoe erg was het twee voor twaalf?
Thijs Zonneveld: “Het was wel echt twee voor twaalf. Dat was geen spelletje ofzo. En het is echt te danken aan een paar sponsoren, aan de provincie Gelderland en aan de organisatie, aan mensen als Job van Schuppen en Caroline van Schuppen die het echt op het laatste moment eruit hebben getrokken, waar we superblij mee zijn natuurlijk. We zijn aan iets begonnen wat jaren gaat duren om echt de koers structureel te veranderen en daarvan weten we dat het eerste jaar het lastigste is, dat moet je overleven. En de komende jaren kunnen we laten zien wat we dit jaar allemaal doen. Er komt alleen al een prachtige uitzending vanavond. Dus dit jaar is overleven en ik ben heel blij dat dat gelukt is en dat we nu kunnen gaan bouwen aan een experimenteerplatform als koers.”
Dus dit jaar is min of meer een overgangsjaar eigenlijk?
TZ: “Ja, maar wel het eerste jaar van een nieuwe koers en een nieuwe toekomst.”
Hoe zie jij de koers de komende jaren voor je?
TZ: “Ik denk dat het heel erg nodig is in het wielrennen dat er een vernieuwingsslag komt. Je kunt niet meer wedstrijden organiseren zoals veertig jaar geleden dat je ergens zomaar in een industriewijk een koers laat aankomen en dat je verwacht dat daar – zeker op een doordeweekse dag – allemaal mensen naar toe komen. En de afgelopen jaren was dat wel het geval, want we organiseerden eigenlijk de koers voor drie sprinters, want de rest van het peloton was eigenlijk ook niet meer geïnteresseerd in een sprinterskoers, en honderd man publiek. En dat is eigenlijk gewoon niet meer te doen. Daar kun je niet meer de sponsoren voor vinden en daarmee kun je niet echt meer publiek trekken. Dus we zijn echt teruggegaan naar nul, kijken wat je écht kunt doen om een koers vanaf nul op te bouwen en hoe je dat moet doen om het publiek zo goed mogelijk te bedienen en niet de veiligheid van de renners in gevaar te brengen. Dus we hebben alles op z’n kop gezet en we hebben gekeken wat vindt het publiek het mooiste, wat kunnen we de renners voorschotelen zodat ook de renners weer zin krijgen in deze koers. En dat gaan we de komende jaren zoveel mogelijk uitbreiden.”
Nu had je het er van de week over op Twitter of het mogelijk is inkomsten te vergaren vanuit het publiek. Is dat iets waar je bij deze koers ook over nadenkt?
TZ: “Dan moet je eerst zorgen dat je mensen echt heel veel biedt. Als je mensen in de Tour op Alpe d’Huez twee euro vraagt, dan vind ik dat logisch. Dit is ‘maar’ Veenendaal-Veenendaal. Je moet eerst zorgen dat er een heel mooie koers staat en dan pas kun je wat vragen. In die volgorde en niet andersom. Dus we moeten eerst de komende jaren relevant worden, een mooie koers maken, we moeten ook het breedtesportevenement dat eraan hangt uitbreiden en dan pas kun je misschien een keer als het echt heel druk wordt aan mensen gaan vragen om misschien in eerste instantie op een vrijwillige basis een bijdrage te doen. Het is wel duidelijk dat in het wielrennen op een andere manier naar sport moet worden gekeken dan tot nu toe werd gedaan.”
Je ziet bij heel veel koersen dat het steeds moeilijker wordt om sponsors bij elkaar te vinden. Ik vind het wel stoer dat je dan toch hierin bent gestapt en hebt gezegd dat je een nieuwe koers wilt maken.
TZ: “Dat is gewoon liefde voor de sport. Ik krijg hier niks voor, het kost ontzettend veel tijd, energie en moeite, maar ik vind dat wielrennen echt een andere kant op moet. Er moet een professionaliseringsslag komen, we moeten terug naar ‘waarom organiseren we wedstrijden’, en dat is niet voor bobo’s, niet voor wielerbonden, dat is echt voor het publiek en voor de renners. En ik denk dat als we echt daarnaar teruggaan en gaan nadenken denken dat we niet alles doen omdat dat al veertig jaar zo gebeurt, dan kunnen we wielrennen weer opnieuw opbouwen.”
Je hebt een nieuw parcours uitgetekend, wat verwacht je van de koers van vandaag?
TZ: “Wat ik verwacht is dat het niet een voorspelbare wedstrijd wordt. Dat is het wat het de afgelopen jaren is geweest. Daarmee willen we breken. Dus het maakt me niet zoveel uit wie er wint en wat voor een koers het wordt, als het maar een wedstrijd wordt waarvan je niet van tevoren precies weet hoe die gaat.”