Belkin Pro Cycling Team ongeschonden in eerste etappe Belkin Pro Cycling Team ongeschonden in eerste etappe

Het Belkin Pro Cycling Team is ongeschonden uit de eerste etappe van de Tour de France gekomen. De finale van de 213 kilometer lange tussen Porto-Vecchio en Bastia werd ontsierd door een valpartij. Kopman Bauke Mollema ging tegen de vlakte ging, maar hij is in orde.

Reacties van alle Belkin Pro Cycling Team renners na de eerste etappe.

Lars Boom: “Ik baal van die sprint om de bergtrui. Ik was te enthousiast, ik wilde te graag. Ik ga zelf iemand terughalen en die inspanning moest ik uiteindelijk bekopen. Omdat het gat met het peloton zo klein was, wilde niemand na die sprint meer echt rijden en hebben we het rustig aan gedaan, want het zou hoe dan ook een sprint worden. Meezitten in de eerste ontsnapping is echter een lekkere binnenkomer voor onze ploeg. Belkin-directeur Chet Pipkin kwam na afloop nog naar me toe en zei dat hij trots was op me.”

Laurens ten Dam: “Ik zat middenin het peloton en zag alles gebeuren bij die val. Zelf had ik niks, maar ik zag dat Bauke veel geluk had. Als hij tegen die lantaarnpaal was opgebotst had het misschien wel einde verhaal geweest. Van die bus op de finishlijn heb ik weinig meegekregen. Ik had wel door dat er wat was, maar ik dacht dat ze aan het protesteren waren hier op Corsica ofzo.”

Robert Gesink: “Het is het jammer dat ons plannetje voor de bergtrui met Lars net niet goed uitpakte. Het had een heel mooie allereerste koersdag van Belkin kunnen worden. Bij de valpartij in de finale was ik gelukkig niet betrokken. Ik kon er netjes omheen. Ik heb op Bauke gewacht en ben samen met hem naar de finish gereden. We wisten dat hij dezelfde zou krijgen dus we reden door, maar waren niet in paniek.”

Bauke Mollema: “Gelukkig heb ik aan mijn val in het slot weinig overgehouden. Slechts een paar kleine schaafwondjes. Toen ik ze voor me neer zag gaan, wist ik al dat ik niet meer op tijd kon stoppen en probeerde ik links van de weg maar het stoepje op te springen. Dat lukte niet helemaal en ik kegelde nog iemand van Lampre onderuit geloof ik. Mijn fiets was toen helemaal kapot. Ik ben op die van Bram Tankink naar de finish gereden en gelukkig heb ik behalve een paar kleine schaafwondjes nergens last van.”

Lars Petter Nordhaug: “Het voelt goed dat we eindelijk onderweg zijn. Het slot was paniekerig, maar gelukkig hebben we er als team geen grote schade aan overgehouden. Morgen wordt weer iets lastiger en net als vandaag ga ik dan weer proberen Bauke zo goed mogelijk te beschermen.”

Bram Tankink: “Het was echt chaos in de finale, omdat door die bus de finish drie kilometer naar voren zou worden geschoven, raakte iedereen in het peloton in paniek. Er was ook veel onduidelijkheid. Daardoor komt die val ook. Ik kon gelukkig nog op tijd stoppen, maar Bauke niet, dus toen heb ik mijn fiets maar aan hem gegeven. Gelukkig krijgt iedereen dezelfde tijd. Dat is de enige goede oplossing.”

Tom Leezer: “Dit is wel een beetje een onwerkelijk begin van mijn eerste Tour. Het was een bijzonder rit. Eerst gebeurt er heel lang niets en dan ineens gaat het in de laatste vijftien kilometer los. Ik denk dat ze in dit soort sprintetappes iedereen op tien kilometer van de streep beter dezelfde tijd kunnen geven. Dat scheelt heel veel gedoe.”

Maarten Wynants: “Net als Sep had ik geen last van de valpartij en kon ik door. Ik hoorde al meteen dat Bauke geen tijd kon verliezen en dus ben ik achter Sep aangegaan om hem nog te helpen, zodat hij met een korte klassering morgen misschien nog wat zou kunnen doen. We zaten er goed bij, maar helaas lukte het net niet.”

Sep Vanmarcke: “Ik zat goed vooraan en had geen last van de valpartij. Ik wilde vandaag zo kort mogelijk finishen, omdat morgen een best pittige etappe op het programma staat. Ik ging in de sprint echter te vroeg aan. Op tweehonderd meter van de streep kwam ik al met mijn kop in de wind te zitten en snelde iedereen me voorbij. Er had meer ingezeten, misschien wel top vijf, dus ik ben een tikkeltje teleurgesteld, al geeft dit ook wel weer vertrouwen. Ik ben de Tour scherp begonnen.”