WK Veldrijden – Nederlandse wereldkampioenen bij de beloften
AchtergrondenVeldrijden Laatst bijgewerkt 28 januari 2012 1:29 Tim van Dijk
Cycling Story telt af naar het WK Veldrijden in Koksijde. Zaterdagmiddag ia het de beurt aan de beloften. Hoog tijd om eens te kijken hoe succesvol de Nederlandse mannen onder 23 in het verleden waren.
Het WK voor beloften staat pas sinds 1996 op het programma. Van 1967 tot 1993 werd het WK voor amateurs of liefhebbers verreden. In 1996 is dat uiteindelijk vervangen door het WK voor beloften (renners onder 23).
In de oude categorie wist opvallend genoeg geen enkele keer een Nederlander te zegevieren. Onze landgenoten kwamen niet verder dan vier bronzen medailles voor Cock van der Hulst (1968), Jack Spetgens (1971), Gerrit Scheffer (1975) en Frank Bakel (1984) en de zilveren plak van Hennie Stamsnijder in 1979. Onze veldrijders konden in die tijd niet tippen aan de Belgen, Duitsers, Tsjechen en Zwitsers. Pas sinds de invoering van het WK voor beloften kwam het grote succes.
De opkomst en ondergang van Thijs Verhagen
Thijs Verhagen uit het Noord-Brabantse Erp liet in 1999 voor het eerst van zich spreken door op het WK voor junioren in het Slowaakse Poprad brons te halen. Het jaar later maakt hij de overstap naar de beloften, waar zijn begin zeer hoopvol is. Door een zware verkoudheid eindigt hij op het NK slechts als dertiende en wordt tot zijn grote teleurstelling gepasseerd voor het WK in Sint-Michielsgestel, niet ver van zijn woonplaats Erp.
Ondanks dat vindt hij onderdak bij het grote Rabobank en weet zich in het seizoen 2000/01 te herpakken, getuige een tweede plaats op het NK voor beloften. Verhagen gaat naar het WK in Tabor (Tsjechië), maar speelt daar door een lekke band geen rol van betekenis (23e). In februari 2002 reist hij met de nationale titel op zak af naar het Belgische Zolder. Door wisselvallige prestaties in de internationale crossen behoort hij niet tot de absolute topfavorieten voor de strijd om de wereldtitel.
Toch heeft de Nederlander maar één doel voor ogen: wereldkampioen worden. Tot verbazing van velen slaagt hij in zijn missie. In de sprint verslaat hij thuisrijder Davy Commeyne (zilver), de Tsjech Tomáš Trunschka (brons), de Italiaan Enrico Franzio en een tweede Belg, Wim Jacobs. Een bronzen medaille op het daaropvolgende WK bevestigt nog maar eens zijn talent.
Maar in het seizoen 2004/2005 gaat het volledig mis. Als gevolg van een zware virusinfectie kampt de oud-wereldkampioen met ernstige vermoeidheidsverschijnselen. Verhagen is snel moe en kan daardoor nauwelijks trainen. Tot overmaat van ramp wordt zijn contract bij Rabobank niet verlengd. Al kan hij terugkomen als hij weer fit is. Maar die terugkeer komt er niet. Hoewel Verhagen zegt de moed niet op te geven en na de jaarwisseling toch weer wat kleine wedstrijden hoopt te kunnen rijden, kan hij het hele seizoen niet in actie komen. Hij besluit dan ook op pas 23-jarige leeftijd een punt achter zijn carrière te zetten. De veelbelovende loopbaan van een geweldig talent komt hiermee veel te vroeg ten einde.
Tegenwoordig heeft Verhagen (30) in Erp een eigen bedrijf dat onder andere vloeren, badkamers, sauna’s en zwembaden betegeld.
Een nieuw (super)talent staat op
Als Verhagen in 2003 naar het brons rijdt, lijkt een nieuw groot talent al klaar te staan. Een jonge Lars Boom pakt in datzelfde Monopoli de regenboogtrui bij de junioren. Bij de beloften herhaalt de Brabander uit Vlijmen dit kunstje in 2007 door met veel machtsvertoon de wereldtitel te pakken. De nummers twee en drie, Niels Albert en de Fransman Romain Villa, worden in het Belgische Hooglede-Gits op respectievelijk 1’22” en 1’44” gereden. In zijn eerste jaar bij de Elite slaagt hij er op knappe wijze andermaal in om het goud te winnen. Het WK van 2009, dat in het eigen Hoogerheide wordt verreden, eindigt met een twintigste plaats in een grote deceptie. Helaas kiest Boom ervoor om zich daarna definitief op een carrière als wegwielrenner te richten. In de winter rijdt hij nu slechts een paar crossen ter voorbereiding op het wegseizoen.
Een nieuwe Lars Boom?
Of hij de nieuwe Lars Boom kan worden is nog even afwachten, maar dat naamgenoot Lars van der Haar over veel talent beschikt moge duidelijk zijn. Van der Haar staat zaterdagmiddag als titelverdediger en topfavoriet aan de start. Vorig jaar was hij landgenoot Mike Teunissen en Karel Hnik (Tsj) te snel af in het Duitse Sankt-Wendel en sindsdien staat er geen maat meer op de 20-jarige Amersfoorter. Kan hij zijn misschien wel laatste WK bij de beloften op een toepasselijke manier afsluiten of gaat één van de andere talentvolle Nederlanders er met de zege vandoor?
Het WK voor beloften is zaterdag live te volgen bij Sporza. Klik hier voor meer info.