WK Veldrijden – Nederlandse wereldkampioenen bij de junioren
AchtergrondenVeldrijden 26 januari 2012 16:09 Tim van Dijk
Cycling Story telt af naar het WK Veldrijden in Koksijde. Zaterdagochtend bijten de junioren het spits af. Hoog tijd om eens te kijken hoe succesvol de Nederlandse talenten in het verleden waren.
Het WK voor junioren staat sinds 1979 op het programma en kende tijdens deze 33 edities zes maal een Nederlandse winnaar. Hiermee moet Nederland in deze categorie enkel Tsjechië (8 wereldtitels) voor zich dulden. België (5) volgt na Nederland en Zwitserland (beiden 6) pas op een vierde plaats in de ranglijst.
In de beginjaren sprokkelen de Nederlanders slechts hier en daar eremetaal. Zowel Erwin Nijboer (1982) als Martin Hendriks (1983) pakten het zilver, terwijl Wim de Vos in München (1985) en het Belgische Lembeek (1986) genoegen moest nemen met de bronzen medaille. Waar Erwin Nijboer direct koos voor een verdienstelijke carriere op de weg, vervolgden Hendriks en De Vos wel hun traject in het veld. Hendriks sloot zijn loopbaan in 1994 af met vijf zeges bij de profs. Wim de Vos groeide bij de Elite uit tot nationale topper (1x Nederlandse kampioen) en kende op het WK van 1993 wellicht zijn hoogtepunt met een bronzen plak. De Vos hing in 2003 zijn fiets aan de wilgen.
De eerste wereldtitel
Op de eerste wereldtitel was het wachten tot ene Richard Groenendaal ten tonele verscheen. De dan 17-jarige Groenendaal wordt in het Franse Pont-Château wereldkampioen voor Emmanuel Magnien (Fra) en Chris Bertotti (Ita). Een mooie carrière is vertrokken. Na drie jaren bij de beloften maakt de crosser uit Den Bosch de overstap naar de beloften en niet veel later naar de profs. Met 90 zeges, waaronder 9 nationale titels, 3x de wereldbeker, 2x de Superprestige en de veelbesproken wereldtitel van 2000 is Groenendaal, die in 2009 stopte, zonder twijfel de grootste veldrijder uit de Nederlandse geschiedenis.
De opvolgers
Na de wereldtitel van Groenendaal is het daaropvolgende jaar (1990) direct weer prijs. Ditmaal is het Eric Boezewinkel die zich in het Baskische Getxo tot wereldkampioen bij de junioren kroont. De 17-jarige knaap uit Hooglanderveen verslaat de Fransman Jérôme Chiotti (+12”) en landgenoot Niels van der Steen (+16”). In het seizoen 93/94 maakt Boezewinkel de overstap naar de Elite, maar hij kan zijn belofte niet inlossen. In 1998 stopt hij al op 25-jarige leeftijd met crossen. De wereldtitel bij de junioren en een derde plaats op het NK van 1995 zijn de meest noemenswaardige prestaties.
Waar de doorgestroomde Groenendaal in 1994 al om het goud strijdt bij het WK voor Elite, staat Gretienus Gommers uit het Friese Kollumerzwaag als junior in datzelfde weekend pas aan het begin van carrière als veldrijder. Die carrière begint veelbelovend als hij in het zand van Koksijde ten koste van Kamil Ausbuher (Tsj) en Ben Berden (Bel) naar de wereldtitel rijdt. In 1997 wint Gommers het NK voor beloften, maar de allerlaatste stap naar de top kan hij niet maken. Als prof wint hij vier crossen in eigen land, maar een terugkerende liesblessure maakt in januari 2002 al een einde aan zijn loopbaan in het veld.
Acht magere jaren en wederopstanding
Na deze successen van Groenendaal, Boezewinkel en Gommers volgen acht magere jaren, met slechts één bronzen plak voor Thijs Verhagen in 1999. Maar vier jaar later begint de wederopstanding met de overwinning van Lars Boom in het Italiaanse Monopoli. Boom toont daar al zijn grote talent door zijn naaste belagers Eddy van IJzendoorn (zilver) en een jonge Tsjech genaamd Zdenek Stybar (brons) ruim achter zich te houden. Sebastiaan Langeveld kon, getuige zijn vierde plaats, ook goed met de crossfiets overweg, maar koos na zijn beloftenperiode voor de weg.
In 2006 valt er opnieuw wat vieren in het Nederlandse kamp. Boy van Poppel, zoon van gewezen topsprinter Jean-Paul van Poppel, verovert in eigen land (Zeddam) de regenboogtrui. De talentvolle Van Poppel wint later bij de beloften twee nationale titels, maar daar houdt het wat betreft zijn carrière in het veld helaas al op. Net als vele andere talentvolle veldrijders kiest hij voor het koersen op de weg. Via de opleidingsploeg van Rabobank komt hij in 2010 terecht bij de Amerikaanse ploeg UnitedHealthcare, waar hij hedendaags nog altijd voor in dienst rijdt.
De meest recente wereldtitel bij de junioren dateert van 2009 en staat op naam van Tijmen Eising. In Hoogerheide ging de Emmenaar er al vroeg in de koers vandoor om de rest pas na de finish weer terug te zien. Eising bleef daarna bij de wat stilstaan in zijn ontwikkeling en is er door bondscoach Johan Lammerts niet eens geselecteerd voor het WK voor mannen onder 23. Na de wereldtitel van Eising volgde het jaar daarop nog een bronzen medaille voor Emiel Dolfsma. Zaterdag (28 januari) zijn alle ogen gericht op topfavoriet Mathieu van der Poel. Kan hij de regenboogtrui nog eens naar Nederland halen?
Het WK voor junioren is zaterdag live te volgen bij Sporza. Klik hier voor meer info.