Vandaag liet de Tour de France Frankrijk naast zich en vereerde Italië met een bezoekje. Het peloton reed vanaf Gap via de Côte de Sainte-Marguerite, de Côte de la Chaussée en de Col de Montgenèvre naar Italië alwaar voor de aankomst in Pinerolo ook nog de Sestriere en de Prà Martino bedwongen moesten worden. Italië, het land van Ferrari’s, pizzabakkers en spaghetti-eters. Wij vatten vandaag post op de Montgenèvre, een schitterende col van de tweede categorie.

Door Tim van Hengel

Net als gisteren werden we om zeven uur ’s ochtends bij de bus verwacht. Ik had de wekker op kwart voor zes gezet en even opgewekt als altijd krijste mijn ringtone me wakker. In de donkerte van onze slaapkamer pakte ik half buiten westen eerst mijn iPod en vond ik mijn mobiele telefoon pas toen het tweede couplet van mijn wekker al was aangebroken. Vervolgens haastte ik me de badkamer in, omdat De Alblas nog geen aanstalten maakte om uit bed te stappen en mijn ontbijt gisteren ook al bestond uit een brei van sinaasappelsap met croissant en vruchtentoetje.

Montgenèvre is een skioord. (foto: © Laurens Alblas/cyclingstory.nl)

Keurig op tijd zaten we aan het ontbijt en om zeven uur stonden we bij de bus. Het regende vanmorgen en iedereen zag de bui letterlijk en figuurlijk hangen: niet nog een keer een dag in de regen! Gisteren trotseerden we ternauwernood de regen en de kou en niemand had zin in weer zo’n dag. Aan de weg naar Montgenèvre grensden onder meer de beklimmingen naar de toppen van Alpe d’Huez en de Galibier. Door de donkere wolken konden we echter weinig zien van deze Alpenreuzen. Als een mysterieuze dame was ‘de Alpe’ in nevelen gehuld.

Toen de bus van Heijthuijzen ons op onze eindbestemming afgezet had, scheen de zon. De buitentemperatuur was echter zo’n acht graden en dat is nogal onaangenaam met korte mouwen en een korte broek. Op het terrasje waarop Laurens, Tim en ik een drankje versnaperden, stond een gure wind en ik kreeg spijt als haar op mijn hoofd dat ik mijn lange broeken niet in de koffer had gedaan. Normaal gesproken branden de oren als krokante hapjes van je kop in de Alpen! Normaal gesproken…

Mooi uitzicht op de Col! (foto: © Laurens Alblas/cyclingstory.nl)

Het was tien uur en het peloton zou pas rond de klok van drie uur aan de voet van de klim beginnen. We moesten ons dus zien te vermaken! De bus stond op de top geparkeerd en er was voldoende gelegenheid tot het vinden van een mooi plaatsje om de dag door te komen. Ik klapte mijn krukje uit, zette mijn vuvuzela klaar voor gebruik en molde een krentenbol naar binnen: laat het feest maar beginnen! De karavaan kwam langs, de oerdriften in de toeschouwers kwamen los en gretig werd er geaasd op alle rommel die het publiek in werd gegooid.

Na de karavaan was het wachten op de kopgroep en het peloton dat zo’n zes minuten achter de vluchters reed. Via Radio Tour werden we op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen in de koers en het zou eeuwig zonde zijn als Radio Tour van de Wereldomroep zou verdwijnen (voor de duidelijkheid, via Radio 1 blijft Radio Tour uiteraard wel te volgen). In de kopgroep zaten onder andere de Nederlanders Bauke Mollema en Maarten Tjallingii en een Noor met de woeste naam Edvald Boasson Hagen.

De Weert, Roche en Hoogerland op de top van de col. (foto: © Laurens Alblas/cyclingstory.nl)

De kopgroep was niet heel boeiend. Des te boeiender was de demarrage van Johnny Hoogerland vanuit het peloton. De Nederlander, die eerder deze Tour hard in aanraking kwam met prikkeldraad, ging in de tegenaanval op de Col de Montgenèvre en op zoek naar het eeuwige geluk.

Het was echter niet Hoogerland die met de appels aan de haal ging, maar Boasson Hagen. De stoere renner van Sky zorgde voor het vierde Noorse dagsucces in deze ronde. En dat is bijzonder, omdat er maar twee Noren aan de start van deze Tour verschenen. Alberto Contador trok op de laatste beklimming fel van leer, maar de verschillen aan de finish waren klein.

Duizenden campers in de nabije omtrek van de Galibier. (foto: © Laurens Alblas/cyclingstory.nl)

De laatste kilometers van de etappe konden we op een terrasje via een tv bekijken. Daarna gingen we weer terug naar het hotel. De busrit mag gerust een reis genoemd worden, want door de vele campers op en langs de weg duurde de reis maar liefst vier uur! Eenmaal terug in Grenoble doken we Chez Pierre maar weer in en we deden ons tegoed aan pizza’s en entrecotes.

Morgen hopen we de Galibier op te komen, maar waarschijnlijk zullen we daar niet de enigen zijn. Hoe het ook zij, we gaan er weer een mooie dag van maken! Au revoir!