15 maart 1971 is een pikzwarte bladzijde in de geschiedenis van het Belgische wielrennen. Nu precies 40 jaar geleden overleed de jonge wereldkampioen Jean-Pierre Monseré tijdens een kermiskoers. ‘Jempi’, zoals hij in het peloton liefkozend werd genoemd, werd slechts 22 jaar.

Jean-Pierre Monseré zag op 8 september 1948 in Roeselare het levenslicht. Zijn vader Archiel maakte hem direct lid van de plaatselijke voetbalvereniging. Jean-Pierre was een talentvolle verdediger, maar na een hersenschudding was hij gedwongen te stoppen. Pa Monseré beloofde hem een koersfiets als de cijfers op school allemaal voldoendes waren. En zo kreeg Jean-Pierre zijn eerste fiets.

Hij bleek al snel een groot talent en in de jeugdcategorieën won hij de ene na de andere koers. In het wereldkampioenschap voor amateurs van 1969 werd hij achter de Deen Leif Mortensen tweede. Na dit WK in Brno tekende Monseré een profcontract bij de Flandria-ploeg. Een maand later liet hij meteen van zich spreken door de Ronde van Lombardije op zijn naam te schrijven. Een supertalent was opgestaan.

Een jaar later, in 1970 werd Monseré derde op het Belgisch kampioenschap en dit leverde hem een WK-selectie op. Enkele criticasters waren het niet eens met deze selectie, maar in Leicester bewees Monseré hun ongelijk. Monseré raakte met vijf anderen (waaronder Felice Gimondi) voorop. Gimondi wilde wereldkampioen worden en bood de jonge Belg 38.000 gulden. Monseré weigert. Op enkele kilometers van het einde plaatse Monseré de beslissende demarrage. Mortensen werd tweede, Gimondi derde.

Maar zeven maanden later sloeg het noodlot toe. ‘Jempi’ was in voorbereiding voor Milaan-San-Remo, maar boezemvriend Roger de Vlaeminck haalde hem over om maandag mee te doen aan Jaarmarktprijs van Retie. Monseré reed in de kopgroep toen het drama zich voordeed. Op de Turnhoutsebaan in Sint-Pieters-Lille laat hij zich even in de kopgroep afzakken. Hij heeft waarschijnlijk kort achterom gekeken en knalt met zo’n 45 km/u frontaal tegen de Mercedes van Josephine Lammens. De politie, rijkswacht en koersorganisatie hadden het niet nodig geacht om het gewone verkeer van het koersparcours gescheiden te houden en dus kon Josephine Lammens via het parcours haar getrouwde zus bezoeken.

Jean-Pierre Monseré vliegt over de vooruit en komt met een smak terecht op het wegdek. Monseré blijft roerloos liggen. Ploegleider Noël Foré was er als eerste bij. ‘De meeste renners hoopten nog even dat hij alleen maar bewusteloos zou zijn, maar ik zag dat hij dood was.’ Volgens de medische dialgnose overleed hij ter plaatse aan de gevolgen van een nekslag. Op zaterdag kwamen dertigduizend belangstellenden hem begraven. De kist werd gedragen door zijn ploeggenoten, waaronder de zeer emotionele Roger de Vlaeminck.

Vijf jaar later moet de familie nog een zwaar verlies verwerken. Giovanni, het 7-jarige zoontje, overlijdt op gelijkwaardige wijze als zijn vader. Giovanni had van peetoom Fredddy Maertens voor zijn eerste communie een koersfiets gekregen en nadat Freddy Maertens een Touretappe had gewonnen, ging de jongste Monseré-telg in zijn wereldkampioenentruitje de weg op. Tijdens het fietsen werd hij door een auto geschept en was op slag dood.

Sinds het overlijden van Jean-Pierre Monseré organiseert de Retiese Wielerclub De Zonnestraal in september jaarlijks de Grote Herdenkingsprijs Monseré.