Special: Maar mijn Pontiac liep … Special: Maar mijn Pontiac liep …

De fiets van Wim van Est. Een fiets waar een groot stuk Nederlandse sportgeschiedenis zijn sport op heeft bedreven. De huidige tijd van klikpedalen aerodynamische foefjes en elektronische schakelsystemen zou af en toe een kijkje terug in de tijd moeten nemen naar vroeger materiaal en vroegere helden.

Fiets Wim van Est (foto: © Wielersportmuseum)

Fiets Wim van Est (foto: © Wielersportmuseum)

De professionele loopbaan van de op 25 maart 1923 geboren Wim van Est begon eind jaren ’40. Voor zijn carrière als wielrenner smokkelde hij tabak, tot hij werd gegrepen door de politie en hij zes maanden het gevang in moest. Van Ests eerste grote wapenfeit was zijn zege in Bordeaux – Parijs op 4 juni 1950. In deze koers over 586 kilometers (zo’n twee keer Milaan-San Remo anno 2009) bereikte onze landgenoot uit Fijnaart als eerste de meet voor de Fransman Maurice Diot en de Belg Joseph Somers. Ruim een maand later won Ferdi Kübler de Ronde van Frankrijk. Het jaar daarop zou Van Est geschiedenis schrijven in ’s werelds grootste wielerwedstrijd.

Wim van Est was volgens de overlevering geen stijlvolle renner, lag regelmatig tegen het asfalt, maar zowel op de baan als op de weg een krachtpatser op de fiets. Zijn bijnamen luidden niet voor niets IJzeren Willem, de Locomotief en de Beul van het Heike, naar de plaats Sint Willebrord waar Van Est woonde in zijn wielertijd.

Fiets Wim van Est (foto: © Wielersportmuseum)

Fiets Wim van Est (foto: © Wielersportmuseum)

De Tour de France van 1951 was de 38e editie en werd gehouden van 4 juli tot aan 29 juli. Daar waar tegenwoordig gereden wordt met uitsluitend gesponsorde teams, startten in deze Tour nationale en regionale teams. Het prijzengeld bedroeg 18.278.000 Francs en voor de winnaar lag een miljoen Francs klaar. 1951 was ook het jaar waarin de Mont Ventoux zijn intrede deed. De berg aller bergen moest onderweg in de etappe van Montpellier naar Avignon beklommen worden. 123 renners gingen van start voor een Tour de France over 24 etappes met een afstand van 4.690km, waarvan de laatste etappe, van Dijon naar Parijs, over maar liefst 322 km ging.

We gaan naar de twaalfde etappe, van Agen naar Dax. In zijn eerste Ronde van Frankrijk maakte Van Est samen met zijn ploeggenoot Gerrit Voorting deel uit van een tienkoppige kopgroep. De kopgroep hield stand en Van Est verzilverde het vele werk dat Voorting verzet had. Naast de etappezege, pakte Van Est echter ook de gele trui en was historie geschreven: Van Est was immer de eerste Nederlander die de leiderstrui mocht dragen.

De volgende etappe ging van Dax naar Tarbes, een tocht door de Pyreneeën waarin ook de l’Aubisque beklommen moest worden, een col die vandaag de dag nog steeds ontzag wekt binnen de wielerwereld. De verwachting was dat Van Est geen stand zou houden in het hooggebergte. Zijn ploegleider, Kees Pellenaars, had er echter alle vertrouwen in. De Nederlander werd al snel gelost op de l’Aubisque, maar bleef doorknokken. Hij bereikte de top en zou de afdaling ingaan in gezelschap van de beroemde daler Fiorenzo Magni. In zijn drive zijn achterstand goed te maken dook Van Est de afdaling in. In een verraderlijke haarspeldbocht verloor Van Est de macht over het stuur en kwakte tegen het asfalt.

Hij wilde van geen opgeven weten, rechtte de rug en ging met bebloede armen en benen en gescheurde broek en gele trui weer verder. Met misschien nog wel meer lef dan voor de val vervolgde Van Est zijn afdaling. Met zijn hoge snelheid kon hij echter niet meer op tijd remmen voor de volgende haarspeldbocht en duikelde rechtdoor het ravijn in. Hij viel tussen het struikgewas en de rotsen van de l’Aubisque door zeventig meter naar beneden en zag zijn Ronde van Frankrijk daar eindigen. Hoewel hij, zo zou later blijken, niks mankeerde, sommeerde ploegleider Pellenaars hem in zijn gele trui op te geven. Zijn val werd later nog beroemder gemaakt toen horlogefabrikant en sponsor van de Nederlandse ploeg Pontiac adverteerde met de woorden: “Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep…”

Hugo Koblet, van de Zwitserse nationale ploeg, zou uiteindelijk deze Ronde van Frankrijk winnen. Bergkoning Géminiani zou tweede worden, voor Lazaridès, Bartali, Ockers, Barbotin, Magni, Bauvin, Ruiz en Coppi. Abdelkader Zaaf was de rode lantaarn in Parijs: de Algerijn was 66e op 4u58’18”.

Van Est zou in 1953 en 1954 nogmaals een etappe winnen in de Ronde van Frankrijk en was naast de eerste Nederlandse drager van de gele trui, ook de eerste Nederlandse drager van de roze trui in de Ronde van Italië. Hij eindigde in 1957 op de achtste plaats in het algemeen klassement in de Tour en hij zegevierde op 38-jarige leeftijd nogmaals in Bordeaux – Parijs. Samen met Woutje Wagtmans, Gerrit Voorting en Jan Nolten droeg Van Est in de jaren vijftig bij aan de populariteit in Nederland van het profwielrennen in het algemeen en de Tour de France in het bijzonder. Op 1 mei 2003 is Wim van Est op 80-jarige leeftijd overleden.

Met dank aan Nationaal Wielersportmuseum

Nationaal Wielersportmuseum