Yauheni Hutarovich en Alan Perez zijn hem al voorgegaan als drager van de rode lantaarn, maar gisteren na de 6e etappe was Kenny van Hummel aan de beurt. De rode lantaarn, voor buitenstaanders een niksbetekenende positie, een schande misschien zelfs. Maar is dat wel zo?

De laatste plaats in een wedstrijd, nou niet bepaald een prestatie waar je trots op kan zijn. Bij een wedkamp wil je toch zo dicht mogelijk vooraan eindigen, het liefst op de eerste positie? In de wielrennerij liggen de verhoudingen net even iets anders. De renners krijgen een gevarieerd parcours voorgeschoteld, bergritten, heuvels, vlakke aankomsten en over het algemeen kunnen klimmers niet sprinten, sprinters niet klimmen en dan zijn er ook nog de knechten en de waterdragers. Daardoor is het voor sprinters en knechten zo goed als uitgesloten dat ze in Parijs met de gele trui pronken.

Wim Vansevenant

Wim Vansevenant

De rode lantaarn, la lanterne rouge, verwijst naar de lantaarn die vroeger aan de laatste wagon van een goederentrein bungelde, ter controle dat er geen wagon heeft losgelaten. De laatste plaats in het algemeen klassement is door de jaren heen een geliefde en gewilde positie geworden. De renner, die iedere etappe binnen de tijdslimiet finisht en aan het eind van de rit laatste staat in de stand om het algemeen klassement, krijgt eervolle vermeldingen in de dagbladen en hij kan bovendien lucratieve contracten tekenen voor na-Tourse criteriums.

Arsène Millocheau was in de eerste Tour de France in 1903 de eerste nummer laatst. De achterstand van de Fransman op winnaar Maurice Garin bedroeg twee dagen, 16 uur, 47 minuten en 42 seconden! Vanaf die tijd deden renners er alles aan om de titel te bemachtigen en te behouden. Voordat de organisatie tijdslimieten instelde om de tijd die gedaan werd over de Tour de France een beetje binnen de perken te houden, stapten renners zelfs een tijdje van de fiets om er zeker van te zijn dat ze als laatste over de finish kwamen en dat ze zoveel mogelijk tijd op de winnaar verloren. Zo zijn er ook verhalen bekend dat renners zich in struiken en onder bruggen verstopten om de concurrentie achter te blijven.

De Tour winnen is één ding, laatste worden een andere. Lance Armstrong heeft de Tour zeven keer gewonnen, Wim Vansevenant is drie keer als laatste geëindigd, ook een record. De Belg, die vooral in de voorbereiding op het slot van de etappe beulswerk verrichtte voor zijn kopmannen, kreeg vorig jaar, na nog een spannende strijd met de Oostenrijker Bernhard Eisel, in Parijs in het bijzijn van een schare fotografen en journalisten wederom de rode lantaarn uitgereikt. Tegenwoordig is de Belg boer in zijn ouderlijke hoeve, maar zijn naam is gevestigd in de wielergeschiedenis. “Ik schrijf hier toch een beetje geschiedenis, hè. Dit record zal voor altijd aan mijn naam verbonden blijven, ook na mijn carrière. Ik hoop dat het de renners in de toekomst inspireert. Net zoals de zeven Tourzeges van Armstrong,” aldus een trotse Vansevenant.

Vansevenant met zijn 3e rode lantaarn

Vansevenant met zijn 3e rode lantaarn

De rode lantaarn is geen officiële benaming meer in de Tour de France. Renners trotseren echter nog steeds blessures en ziekte om in de koers te blijven voor die felbegeerde laatste plaats. Diegene die als laatste eindigt, kan rekenen op respect van zijn collega’s en van de wielerfans. En officieel of niet, de nummer laatst blijft voor de fans de drager van de rode lantaarn.