Milaan-San Remo

Achtergronden Laatst bijgewerkt 30 mei 2011 11:37 Tim van Hengel

Fabian Cancellara won op formidabele wijze in 2008

Fabian Cancellara won op formidabele wijze in 2008

De honderdste Milaan-San Remo staat zaterdag 21 maart op het programma. Een mijlpaal voor de de eerste van de vijf Monumenten in het wielrennen: Milaan-San Remo, Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en Ronde van Lombardije. De renners hebben zich de afgelopen weken opgewarmd in rittenkoersen als Parijs-Nice en de Tirreno-Adriatico en zullen hun trainingsarbeid beloond willen zien in de chique badplaats San Remo aan de Ligurische kust. Wie wordt de opvolger van Fabian Cancellara?

De 200 renners gaan zaterdag om kwart voor 10 in de ochtend van start op de Via della Chiesa Rossa in Milaan. Onderweg moeten de renners zeven beklimmingen over. De eerste hiervan doemt na zo’n 150 kilometer op: de Passo del Turchino. Ondanks zijn lengte van veertien kilometer en zijn redelijk steile slotkilometers, ligt deze passage te vroeg in het parcours om van betekenis te kunnen zijn. Na de technische afdaling moeten de renners de Manie op. Le Manie is een klim die pas sinds vorig jaar is opgenomen, omdat er vanwege aardverschuivingen een omleiding in het parcours was aangebracht. Dit leidde er tevens toe dat de afstand van La Primavera met vier kilometer toe nam tot een totaal van 298.

Milaan-San Remo

Milaan-San Remo

Op honderd kilometer van de finish begint het peloton aan de eerste van de Tre Capi: de Capo Melo. Dit is een beklimming van 6 kilometer die, met een gemiddelde van 8,1%, de steilste van de dag is. Daarna volgen de Capo Cervo en de Capo Berta. Op de top van de Capo Berta, 8 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,4%,  hebben de renners al 258 kilometer koers achter de rug. Op 25 kilometer van de meet beginnen de renners aan de klim van de Cipressa (3,9%). Hier vindt vaak de eerste schifting plaats en scheidt het koren zich van het kaf. Na de afdaling beginnen de renners aan het laatste opstakel van de dag, de Poggio die San Remo (3,7%). Doordat het vanaf de Poggio nog maar 6 kilometer naar de finish is, veel renners er doorheen zitten en de organisatie van de sprintersploegen even ontregeld is, kiezen de aanvallers hier meestal de aanval, om zo een massasprint te voorkomen. Vanaf dat moment is het full speed naar de finish op de Lungomare Italo Calvino, die parallel loopt aan de eigenlijke, maar vanwege wegwerkzaamheden niet bereikbare, finishplaats Via Roma.

Het is zoals gezegd de honderdste editie van Milaan-San Remo. Tegenwoordig wordt de koers medio maart verreden, vroeger was dit echter steevast 19 maart. Deze dag was immers de feestdag van Sint Josef. De Fransman Lucien Petit-Breton (pseudoniem voor Lucien Mazan) was in 1907 de eerste overwinnaar. In zijn beginjaren was hij een verdienstelijk baanwielrenner, maar Lucien groeide al snel uit tot een succesvol wegrenner. Op zijn erelijst prijken, naast Milaan-San Remo, twee Tours de France (1907 en 1908), Parijs-Tours (1906) en Parijs-Brussel (1908).

Veel bekende renners hebben de Italiaanse klassieker gewonnen. De Italiaan Costante Girardengo won in de jaren ’20 maar liefst zes keer. Girardengo was een veelwinnaar op het Italiaans grondgebied. Hij won twee maal de Giro d’Italia, maar liefst negen keer het Italiaans kampioenschap, drie keer de Ronde van Lombardije en twee keer de Ronde van Toscane. Naast Girardengo heeft Alfredo Binda in San Remo gewonnen, ook meermaals, Coppi, Bartali, Roger de Vlaeminck, in de jaren ’90 Erik Zabel vier keer, Mario Cipollini. Eddy Merckx spant echter ook hier de kroon met zeven zeges. Drie Nederlanders namen in het verleden de trofee mee naar huis. Arie den Hartog won in 1965 de sprint van de Italianen Vittorio Adorni en Franco Balmamion. Jan Raas won in 1977 voor het Belgische kwartet De Vlaeminck (+3″), Wesemael (+5″), Van Linden en Maertens en Hennie Kuiper zegevierde in 1985 voor zijn ploeggenoot Teun van Vliet (+8″) en de Italiaan Silvano Ricco.

Vorig jaar volgde Fabian Cancellara Oscar Freire op als winnaar. Rebellin trok na de afdaling van de Poggio ten aanval en kreeg Pellizotti en Bertolini mee in zijn kielzog. Het trio zakte echter in en Cancellara reed op twee kilometer van het einde weg uit de achtervolgende groep. Nadat hij aansluiting had gevonden bij de drie, legde hij zich plat en zag niemand hem meer terug. De drie Italianen werden ingerekend en de Italiaan Filippo Pozzato won de sprint om de tweede plaats, voor Philippe Gilbert.

Het podium van 2008

Het podium van 2008

De uitslag van 2008:
1 Fabian Cancellara (Team CSC) 7u14’35” (41,142 km/h)
2 Filippo Pozzato (Liquigas) +0’04”
3 Philippe Gilbert (Française des Jeux) z.t.
4 Davide Rebellin (Gerolsteiner) z.t.
5 Mirco Lorenzetto (Lampre) z.t.
6 Anthony Geslin (Bouygues Telecom) z.t.
7 Rinaldo Nocentini (AG2R La Mondiale) z.t.
8 Oscar Freire Gomez (Rabobank) +0’05”
9 Thor Hushovd (Crédit Agricole) z.t.
10 Kurt-Asle Arvesen (Team CSC) z.t.

Wie zijn de favorieten voor dit jaar?
Wanneer het uitdraait op een massasprint zijn er meer renners dan ooit die in aanmerking komen voor de overwinning. Op papier is de Italiaan Daniele Bennati (Liquigas) de favoriet, hij heeft dit seizoen al drie keer gewonnen en oogt sterker dan ooit. In Alessandro Petacchi (LPR Brakes-Farnese Vini) en Tom Boonen (Quick Step) vindt hij zijn twee voornaamste opponenten.

Petacchi is de winnaar van 2005, versloeg in de laatste twee directe confrontaties Bennati en lijkt weer terug te zijn op zijn oude niveau. Boonen won dit seizoen een etappe in de Ronde van Qatar en Kuurne-Brussel-Kuurne, maar is in staat er te staan op de belangrijke afspraken.

Mark Cavendish (Columbia-High Road) heeft bewezen de concurrentie met Bennati, Petacchi en Boonen aan te kunnen. Dit is echter pas de eerste keer dat hij aan het vertrek staat van Milaan-San Remo, een koers van 298km. “Ik heb nog nooit een koers gereden van een dergelijke afstand,” zei Cavendish na de door hem gewonnen slotetappe in de Tirreno. “Het is een van de Monumenten, een van de groten. Ik ben nog maar 23, dus het zal een leerzame ervaring worden.”

Andere sprinters zijn Thor Hushovd en Heinrich Haussler van Cervélo, de Italiaan Mirco Lorenzetto (Lampre), de Australiërs Robbie McEwen (Katusha) en, wanneer Boonen niet in de gelegenheid is mee te sprinten, Allan Davis (Quick Step) en de Amerikaan Tyler Farrar (Garmin).

In de afgelopen jaren bleek het echter ook mogelijk door middel van een splijtende demarrage de sprinters een neus te zetten. Bettini en Pozzato lieten dit zien in 2003 en 2006 en vorig jaar sneed Cancellara de rappe mannen de adem af in de laatste twee kilometers. Pozzato komt dit jaar het meest in aanmerking voor zo’n kunststukje bij absentie van Cancellara en Alessandro Ballan, die door fysieke terugslag niet deelnemen aan MSR.

De opname van Le Manie in het parcours kan er mogelijk toe bijdragen de sprintersploegen te ontregelen. Behalve Pozzato zouden ook Gilbert, Rebellin, Danilo Di Luca, Sylvain Chavanel, Luca Paolini en Enrico Gasparotto in staat moeten zijn de aanval te kiezen.

Andere renners waar rekening mee moet worden gehouden, zijn Edvald Boasson Hagen van Columbia, Stuart O’Grady (Saxo Bank), Francesco Ginanni (Diquigiovanni), Gerald Ciolek (Milram), Greg van Avermaat (Silence) en Danilo Napolitano (Katusha).

Lance Armstrong maakt tevens zijn opwachting in La Primavera. Hoewel hem weinig kansen voor de overwinning toegedicht worden, zal zijn aanwezigheid de honderdste editie van de Giro extra elan geven.

Deelnemers Milaan-San Remo

TV-programma:
zat 21 mrt, 14:25
één: Rechtstreeks verslag van Milaan – San Remo, voorafgegaan door een reportage over Nokere Koerse. Commentaar: Michel Wuyts en Karl Vannieuwkerke