Vandenbroucke met zijn autobiografie 'Ik ben god niet'

Vandenbroucke met zijn autobiografie 'Ik ben god niet'

Frank Vandenbroucke is weer onder de mensen. Ver weg voorlopig, maar straks in eigen land (België, red.). In het Spaanse Calpe zeggen de azuurblauwe zwembaden en doorbuigende palmbomen hem maar weinig. VdB is niet naar de Costa Blanca gereisd voor de zon, maar om te werken. “In mijn dromen kan ik nog altijd rap fietsen, maar ik maak mezelf niets meer wijs.”

Ze zij met z’n vieren om in de beste weersomstandigheden de goede voorjaarsvorm na te jagen. Frank Vandenbroucke, Bert Roesems, Jerome Baugnies en Fabio Polazzi: vier kersverse ploegmaats bij het Cinelli waar Nico Mattan straks achter het stuur van de volgwagen zit.

“Ik kende een winter zonder problemen, dus kon ik goed werken. Zonder terugval. Ik was nooit een trainingsbeest, maar ik zat wel elke dag op de fiets. Pfff, zes uur trainen is lang. Daar pas ik voor.” Bert Roesems valt hem bij: “Maar wel vijf uur. Frank nam hier geen vakantie. Het talent druipt er nog altijd af.”

“Ik heb er geen idee van welk niveau ik al haal. Dat valt moeilijk in te schatten als je lang niet meer op topniveau kon fietsen. Het voornaamste is dat mijn linkerknie niet meer tegenpruttelt. Ik voel weer macht. Ik kan hellingen op zonder het gewricht te forceren. Vanmorgen was dat heerlijke gevoel er weer: zo blij dat ik mijn handen weer op het stuur kon leggen. In mijn hoofd bleef ik altijd coureur, al kon ik dat al even niet meer laten zien.”

Vandenbroucke nog rijdend voor Acqua&Sapone

Vandenbroucke nog rijdend voor Acqua&Sapone

“Ik besef ook wel dat het grootste deel van mijn carrière achter mij ligt en niet voor mij. Toch blijft er iets als ambitie. Voor mijzelf, voor mijn ploeg, voor Mattan. Alleen het woord ‘winnen’ durf ik niet uit te spreken. Ik wil er dit seizoen gewoon iets moois van maken. Meestrijden. Dat is ook goed voor de sponsors en mijn persoonlijke krediet.”

(Filosofisch) “Wat voor zin heeft het mijzelf iets voor te liegen? Dat is het einde van alles. In mijn dromen kan ik nog altijd rap fietsen, maar ik maak mezelf niets meer wijs.” (Lacht) “Stel dat ik in de Ronde van België iets kan laten zien, dan worden ze in België weer helemaal zot. Dat zou ik wel willen. Als renner móet je zo denken.”

Gazet van Antwerpen