Column: Het probleem Cavendish

Wielercolumns Laatst bijgewerkt 13 februari 2016 17:31 Redactie

Cavendish zit met een probleem. Zeg maar problemen, meervoud. Het sprintcompartiment van Team Dimension-Data is de eerste hinderpaal. De trein die hij verdient, is er niet. Van ontsporing was er in Dubai geen sprake, het team blonk gewoonweg uit in collectieve afwezigheid. Trouwe luitenanten Eisel en Renshaw lieten hun generaal in de steek. De arrogantie die het wringen in de slotkilometers vergt, raken ze schijnbaar kwijt met de leeftijd. Tegen geoliede kettingen van Lotto, Quick Step en Katusha hebben ze dan geen verhaal meer.

Wat had hij het toch makkelijk bij HTC. Als Cavendish op 200 meter van de streep zijn kont van het zadel lichtte, was het enkel nog een kwestie van zijn armen in de lucht te gooien. Een trein als bastion van blindelings vertrouwen. Zijn misschien wel grootste concurrent, André Greipel, hield hij bovendien moeiteloos in bedwang, gewoon door zijn ploegmaat te zijn.

Eind 2011 spatte het HTC-sprookje uit elkaar en, ondanks dat hij de zeges aan elkaar bleef rijgen, werd het voor Cav nooit meer wat het was. Niet bij Team Sky. Niet bij Quick Step. Het ziet er ook niet naar uit dat het bij Dimension Data anders wordt. Op een goede Boasson Hagen na heeft het Zuid-Afrikaanse team op geen enkele positie van de HTC-trein een equivalent in de rangen.

En toch, bij iedere overwinning die de Manx Missile dit jaar boekt, zal het team telkens opgehemeld worden, terecht of niet. Selectieve vergeetachtigheid over eerdere wanprestaties van zijn équipe is Cavendish niet vreemd in momenten van extase. Hij beseft natuurlijk ook dat hij het geregeld zelf niet afmaakt als de wagons wel een keer op de rails blijven. Het tweede probleem.

De vinnigheid waarmee Cav sprint na sprint domineerde slijt af. De verschroeiende versnelling van weleer zit nog zelden in zijn kuiten. Als hij niet in perfecte positie naar de finish geleid wordt, kan hij het steeds vaker schudden. Al zit de versterkte tegenstand daar uiteraard ook voor iets tussen. De sprintbom werd de voorbije jaren te vaak ontmijnd. Door Kittel, af en toe door Viviani, Sagan of Kristoff, en vorig seizoen zowaar door Greipel, de ex-ploegmaat die jarenlang onder zijn commando leefde.

Een teken dat voorlopig wel geruststellend is: hij jaagt zich nog op. Als hij lek rijdt in volle finale in Dubai. Als hij vragen krijgt over een herboren Kittel. Als hij wordt gehinderd in een spurt om de tiende plek. Desnoods moet een kopstootje voor testosteronontlading zorgen. Een driftkikker als Cavendish legt zich niet gauw neer bij een nederlaag. Gelukkig maar, want als Cav een kalme coureur wordt, is het succesverhaal geschreven. In 2016 wil hij er echter nog een uniek hoofdstuk aan vastbreien, getuige zijn propvol programma, probleem nummer drie.

Geel in de Tour, goud in het omnium in Rio, en een regenboogtrui in Qatar. Voilà, de drie doelen van Cavendish voor dit jaar. Een programma waar maatje Wiggins de wenkbrauwen bij fronst. De kans bestaat, neen, is reëel dat hij te veel hooi op z’n vork neemt en uiteindelijk alles misloopt. Zowel in juli, augustus als oktober in topconditie zijn is zelfs voor een topsporter een haast onmogelijke klus.

De Olympische droom staat met stip op één. Die implicatie kleeft aan elk woord dat hij erover zegt. Cavendish is een Angelsaks, weet je wel. Verder dan goud op de OS kan een mens het volgens hen niet schoppen. Lefevere rook van ver dat Cavs conditie daar in juli onder zal lijden. Anderhalve maand voor de grote afspraak kan de superform er simpelweg niet zijn. Maar een Cavendish op 90% van zijn kunnen wint in de Tour geen etappes meer. Daar vreesde de manager van Etixx voor en zijn topspurter kon ophoepelen.

Wereldkampioen op de weg werd hij vijf jaar geleden al en met 26 ritzeges in de Tour maakt een gele trui nauwelijks nog verschil. Na een mislukte Olympische race vier jaar geleden in zijn eigen hoofdstad wil Cavendish deze zomer alsnog de kroon op z’n carrière zetten. De hoogdagen van de kampioen nemen geleidelijk aan af, maar als het op 16 en 17 augustus nog eens van dat is, zal het ‘God Save the Queen’ niet veraf zijn. Fernando Gaviria en Elia Viviani zijn gewaarschuwd.