Live@Tour de France: Grenoble Live@Tour de France: Grenoble

Live@Tour de France: Grenoble

Tour de France Laatst bijgewerkt 27 juli 2015 15:20 Tim van Hengel

Cycling Story’s Tim van Hengel is momenteel in Frankrijk om de Tour de France op de voet te volgen. Vanuit Grenoble reist hij de Alpenetappes achterna met tourdefrancereis.nl. Na de rustdag ging de Tour vandaag verder met de 17e etappe. Tim en zijn medereizigers zagen echter meer liters bier dan profwielrenners…

Aanvankelijk was het de bedoeling om vandaag voor dag en dauw te vertrekken, zodat we de beklimming van de Pra Loup konden bijwonen. Deze beklimming is voor de oudere wielerliefhebber vooral bekend uit de Tour van 1975, door de aanval van Bernard Thévenet op Eddy Merckx. Thévenet won destijds de etappe en zou later ook de eindzege op zijn naam schrijven. We zouden vroeg uit de veren moeten, omdat Pra Loup op maar liefst vier uur rijden van Grenoble is gelegen. Zouden moeten, want een deel van de bus bleef ’thuis’.

Dat verdient natuurlijk enige uitleg, want we verkiezen niet zomaar een goudgele rakker boven een dagje Tour de France. Net als maandag en dinsdag ging de route van vandaag over de avontuurlijke wegen rond Gap. Die wegen zijn een combinatie van de achtbanen Baron 1898, de Python en Space Mountain inéén.

BOEM!

Op het moment van schrijven lichtte de straat van het hotel opeens fel op, gevolgd door een zware donder. Na twaalf dagen van extreme warmte en droogte, is een wolkbreuk losgebarsten boven Grenoble. Het leek alsof de bliksem insloeg in de Avenue Félix Viallet, maar toen we van de eerste schrik bekomen waren, konden we weinig merkwaardigheden zien: het was opeens stil op straat, een tram stopte opeens, maar we zagen niet direct sporen van een inslag. Snel hebben we het raam van de hotelkamer maar dicht gedaan.

Terug naar de misselijkmakende achtbanen in de omgeving van Gap. Twee dagen na elkaar zag ik groen en geel toen we maandag naar de Col de Manse reden en dinsdag naar de rustdag in Gap. M’n lichaam werd door elkaar geschud als een McFlurry en m’n maag deed vrolijk mee. Die stootte m’n hoofd ook weer aan om zich aan alles en iedereen te ergeren en voor ik het wist, zat ik met een wit plastic zakje op m’n schoot tot een groene vloeibare emulsie m’n lichaam zo snel mogelijk zou verlaten.

Het parkoers naar de Pra Loup zou zo’n vier uur beslaan, rekende de buschauffeur ons voor: twee uur náár Gap en twee uur vanaf Gap – over vergelijkbare avontuurlijke wegen. Daarna zouden we nog ongeveer zeven kilometer moeten lopen om bij de gewilde dranghekken terecht te komen. Een wolkbreuk pakte zich samen boven mijn hoofd bij alleen al de gedachte eraan… Twee uur misselijkheid, en dan zouden we nog maar op de helft zijn. En dan nog een voettocht, waar geoefende marathonlopers een puntje aan kunnen zuigen.

Gelukkig had de helft van de bus dezelfde onderbuikgevoelens en was ik niet de enige die zou achterblijven in het hotel: niet alleen wielrenners kennen een zwaar bestaan in La France… Ontspannen stond ik op, ontspannen ging ik naar het ontbijt, ontspannen nam ik een frisse douche, ontspannen ging ik de warmte van Grenoble in voor een kop koffie, ontspannen liep ik langs de Isère-rivier en ontspannen nam ik ’s middags een frisse duik in bad. ’s Middags verzamelden we ons vervolgens in een naastgelegen café.

Daar beleefden we de 17e Touretappe voor de beeldbuis. Biertje erbij, en nog één en nog een halve liter ‘koude koffie’. Wazig zagen we Simon Geschke naar de ritzege rijden, gevolgd door een a-ritmisch applaus. Ook de binnenkomst van Steven Kruijswijk (6e) werd luidkeels toegejuicht door een cafeetje vol schorre stemmen. Intussen was de tijdswaarneming van de Tour de France al lang en breed verwenst, want de Franse held Thibaut Pinot – die afdaalt als een krant – kwam volgens het klokje bovenin beeld wel erg dicht in beeld, terwijl de FDJ-renner in geen velden of wegen te bekennen was.

We zochten een tentje op in Grenoble en bezondigden ons aan een entrecôte met pepersaus van een aardig dametje, die het restaurantje in haar eentje leek te runnen. Ze verwarmde op een plaatje bijvoorbeeld de chocoladesaus voor het dame blanche-toetje en liep vrolijk heen en weer van toonbank, naar tafeltje en terug de keuken in. Ze zorgde ervoor dat we niks te kort kwamen en met een gevulde maag weer terug konden keren naar het hotel, waar we dadelijk aan de nacht beginnen. Morgen ben ik te vinden in de buurt van Les Lacets de Montvernier, eens kijken wat etappe achttien ons te bieden heeft! Tot de volgende!